H. Maagd was. (Dit is verteld in fasc. 2, nr. 31). Er was daar ook
een bron en een spelonk van hem, waar de rots zacht was; het was
als een kapel13. Op niet vooraf bepaalde tijden kwamen
godvruchtige Joden hier bidden en smeken om de komst van de
Messias. Er woonden hier ook joodse en later christelijke
kluizenaars. (De joodse kluizenaars zijn de Essenen of
profetenleerlingen, cfr. fasc. 2, nr. 31).
28 juli; Sabbat.
30 juli. –
Ik was verleden nacht en ben thans ook overdag in het gewest van
de berg Tabor. Aan de westkant van de berg predikt Jezus in
de school van een kleine stad over de doop van
Joannes; onder de vijf personen die Hem vergezellen, zijn
toekomstige leerlingen; ik wist ook enige namen en heb het
gewest met de berg zeer duidelijk in ogenschouw genomen.
De Moeder van God en andere vrouwen zijn te Nazareth: ook
Veronika, die (een week) vroeger met gezellinnen uit Jeruzalem
kwam en naar Kafarnaüm de andere H. Vrouwen ging afhalen.
Bij haar is Joanna Chusa, de dochter van een zuster der profetesse
Hanna, die in de tempel dient, alsook Veronika’s zoon, die later
naar Frankrijk trok (zie hiervoor blz. 49 onderaan. Hierna op 9
augustus in nr. 214 noemt K. de zoon van Veronika Amandor).
213.
1 augustus. –
13 Op of aan de voet van de Karmel draagt een bron de naam van Elias.
Een grot van Elias bestaat als crypte in de Karmelietenkerk die de top van
de voorberg bekroont en meer noordelijk, naar de voet van de berg toe,
bestaat een grot die de naam ‘profetenschool’ draagt. De wanden zijn
zachte rots en bedekt met de namen van pelgrims en zelfs zijn er gebeden
en aanroepingen in gegraveerd of gegrift.
Fascikel 9
51
|