Een soortgelijke opvatting zal wel reeds bij vele rabbijnen hebben bestaan.
***
Wij vinden hierover iets in een omvangrijk visioen van de H. Franciska
Romana; zij vertelt over de hiërarchie onder de duivelen:
“Lucifer is hun vorst, doch een geboeide vorst en rampzaliger dan alle
overige boze geesten.
Onder hem staan drie ondergeschikte prinsen aan wie de helse
geesten, die in drie klassen ingedeeld zijn, als aan een overste
gehoorzamen moeten:
-
de eerste is Asmodeüs, de prins van de wellust;
-
de tweede is Mammon, de duivel van het geld;
-
de derde is Beëlzebub, de geest van de afgoderij en van de zonden,
waartoe de afgoderij de mensen brengt.
-
De eerste behoorde tot de Cherubijnen,
-
de tweede tot de Tronen,
-
de derde tot de Heerschappijen.
Zij en hun kopstuk Lucifer verlaten nooit de hel noch hun gevangenis, maar
wanneer God het hun toestaat, vaardigen zij uit de hun ondergeschikte
machten geesten naar de aarde.
Deze zijn in de hel geklasseerd volgens hun oorspronkelijke hiërarchie:
cherubijnen, serafijnen, enz.
Dezelfde hiërarchie bestaat bij de geesten die op de aarde en in de lucht
verblijven, maar zij hebben geen overheid en staan om zeggens op gelijke
voet; deze zijn het die de mensen kwaad berokkenen;
-
zij verminderen hun vertrouwen op de goddelijke Voorzienigheid en
-
hitsen hen op tot gemor en verzet tegen de Wil van God;
de geesten die zich op aarde ophouden zijn in onderlinge verstandhouding
en spannen samen om de zielen te verderven.
Het enige middel van deze zielen om na een eerste val de gevolgen van de
nederlaag te ontgaan, is: onmiddellijk op te staan, maar helaas! juist dit
doet men gewoonlijk niet! Niets verijdelt meer de pogingen van de
duivelen, noch veroorzaakt hun groter foltering dan het uitspreken van
de H. Naam van Jezus.
Wanneer de zielen habitueel in doodzonde leven, komen de duivelen zich
vestigen in hun hart; maar ontvangen zij met berouw de absolutie van een
priester, dan vlieden zij, zo vlug als ze kunnen, uit de ziel, maar nochtans
Fascikel 21
1752
|