wordt506. Hier overnachtte Hij met de leerlingen; zij waren laat
aangekomen en hadden nog in de maneschijn gewandeld.
(Overmorgen, 15 Tebet, is het volle maan).
Jezus te Gat-Hefer.
990.
2 januari. –
Jezus naderde ‘s morgens tot Gat-Hefer en ik zag de
schoolbestuurders en Farizeeën Hem tegemoet komen en
ontvangen; zij deden Hem allerlei verklaringen en baden Hem de
rust in de stad niet te storen en vooral het samenlopen en roepen
der vrouwen en kinderen niet te dulden; zij wilden Hem gaarne in
de synagoge laten leren, maar het stootte hun tegen de borst dat
Hij het volk onrustig maakte. In zijn zeer ernstig en streng
antwoord gaf Jezus hun te verstaan dat Hij juist
506 Gat-Hefer = Hefer = (thans) el-Mesjed. – Reeds is iets over Gat-Hefer
gezegd, maar te weinig, in fasc. 14, nr. 506, voetnoot 241.
Thans heet de plaats el-Mesjed, d.i. ‘moskee’.
Hierin wordt het graf van Jonas vereerd, dat reeds door de H. Hiëronymus
aangewezen wordt als gelegen te Gat-Hefer. De moskee verheft zich ten
westen van het huidige dorp op de heuvelhelling en beheerst het dorp dat
aan de voet van de heuvel gelegen is naar het oosten toe.
Wanneer wij aannemen dat reeds in Jezus’ tijd de stad zich naar de voet van
de heuvel verplaatst had – wat met menige stad het geval was – dan zijn alle
mededelingen van K. gerechtvaardigd.
Jezus komt in een herberg bij een spelonk, die men de Joannes-spelonk
noemt, iets westelijker dan de stad. De Joannes-spelonk is de spelonk van
de profeet Jonas, zijn grafspelonk, die nog bestaat in de moskee.
De moskee staat even ten westen van het dorp en hoger op de
heuvelhelling. Daar de stad niet meer op de top van de heuvel lag, had zij
ook niet langer uitzicht naar het zuiden.
Wat de naam betreft, men aanvaardt dat Jona of Jonas de samentrekking is
van Joanna, Jochanna.
Petrus wordt door Jezus genoemd: Bar Jona, wat hetzelfde is als Bar
Joanna of Jochanna. De toegevoegde ‘S’ kwam tot ons langs het Grieks.
Fascikel 21
1842
|