Vermaning tot dankbare gehoorzaamheid (10,12-22)
De zegen der gehoorzaamheid, de vloek der ongehoorzaamheid (11,1-32)
De ene plaats van eredienst (12,1-32)
Tegen de verleiding tot afgoderij (13,1-18)
Verboden rouwgebruiken (14,1-2)
Reine en onreine dieren (14,3-21)
De tienden (14,22-29)
Het sabbatsjaar (15,1-11)
De vrijlating van slaven (15,12-18)
De eerstelingen van het vee (15,19-23)
De drie hoge feesten (16,1-17)
Rechtvaardige rechtspraak (16,18-20)
Geen heidense praktijken – Geen gebrekkige offerdieren (16,21-17,1)
Straf op afgoderij (17,2-7)
De hoogste rechtspraak (17,8-13)
De koning (17,14-20)
Inkomsten van priesters en Levieten (18,1-8)
Waarzeggerij en profetie (18,9-22)
De vrijsteden (19,1-13)
Tegen landroof en valse getuigenis (19,14-21)
Oorlogswetten (20,1-20)
Verzoening van de moord door een onbekende gepleegd (21,1-9)
De krijgsgevangen vrouw (21,10-14)
Het eerstgeboorterecht (21,15-17)
De weerspannige zoon (21,18-21)
Begrafenis na de doodstraf (21,22-23)
Weggeraakt goed (22,1-4)
Verschillende voorschriften (22,5-12)
Huwelijkswetten (22,13-30)
Wie niet in de gemeente des HEREN mogen komen (23,1-8)
Reinheid van de legerplaats (23,9-14)
Barmhartigheid jegens een gevluchte slaaf (23,15-16)
Tegen gewijde ontucht (23,17-18)
Geen rente van de volksgenoot (23,19-20)
Over geloften (23,21-23)
Over het plukken van druiven en aren op eens anders grond (23,24-25)
Over echtscheiding (24,1-5)
Bepalingen tot bescherming van de naaste (24,6-16)
Aansporing tot barmhartigheid (24,17-22)
Geen onnodige wreedheid (25,1-4)
Het zwagerhuwelijk (25,5-10)
Tegen schaamteloosheid (25,11-12)
Zuivere maat en gewicht (25,13-16)
Amalek moet uitgeroeid worden (25,17-19)
De aanbieding van de eerstelingen (26,1-11)
De tienden (26,12-15)
Slotwoord (26,16-19)
Gedenkstenen en altaar op de Ebal (27,1-10)
Zegen op de Gerizim, vloek op de Ebal (27,11-26)
Zegen en vloek (28,1-68)
Vernieuwing van het verbond met God (29,1-29)
Na berouw verlossing (30,1-10)
De beslissende keuze (30,11-20)
Fascikel 21
1787
|