heimelijk andere plannen op na. Herodes wenste dat Joannes zich
gedurende het feest openlijk zou laten zien, om zich voor de
gasten wit te wassen; hierdoor zouden zij de indruk krijgen dat
Joannes een lichte gevangenschap genoot en Herodes het goed
met hem bedoelde. Doch nauwelijks namen de gastmalen en
spelen een aanvang en gingen te Macherus alle ondeugden aan het
broeien, of Joannes verliet zijn kerker niet meer en beval hij ook
zijn leerlingen van daar weg te blijven; de meesten begaven zich
toen naar Hebron en omstreken, vanwaar zij afkomstig waren.
Ik zag dikwijls gedurende dit feest en ook op andere tijden bij de
schandelijke Herodias een zeer drieste, verleidelijke man, die
zelfs gedurende de nacht soms bij haar bed kwam, en ik zag als
was dit de duivel in de gedaante van een minnaar of van Herodes.
Ik heb die hoere steeds in alle ondeugden gedompeld gezien,
overgegeven aan de ontucht en de verleiding in al hun vormen.
Haar dochter, door haarzelf naar haar model gevormd, haar
helpster en medeplichtige van jongsaf, was ook reeds een wulpse
verleidster. Zij was jong en schoon en in de bloei harer jeugd; zij
had een volle, wulpse, verleidelijke gestalte, bewoog zich zonder
schaamte zeer dartel en was ook dito gekleed.
Herodes bekeek haar sedert lang met genotzuchtige ogen en met
het oog op dit zwak van hem smeedde de moeder haar plannen.
Ook deze had een zeer bekoorlijk, dartel, verleidend, in het oog
vallend voorkomen; zij wendde alle kunstmiddelen aan om haar
aantrekkelijkheid nog te verhogen; zij was niet meer jong, maar
behield iets ongewoon bekoorlijks, prikkelends, ja duivels in haar
aangezicht en lijn en vorm, iets wat het gewetenloos, lichtzinnig
en wulps mannenvolk gaarne zag, maar wat mij walg en verdriet
inboezemde, zoals de verschrikkelijke schoonheid van een slang.
Ik kan mijn indruk niet beter vertolken dan door te zeggen dat zij
er uitzag als een godin, geheel gelijk de godinnen.
Nota van Brentano: “Dit is geen kinderachtige uitdrukking, als men
weet dat de zienster de verafgode Derketo, de moeder van
Semiramis, dergelijke andere godinnen en vele personages uit de
Fascikel 21
1879
|