Zo kwam Hij om 3 uur in de namiddag aan een schone berg,
ongeveer 3 uren van Kafarnaüm, maar minder ver van de
Jordaan479.
Vijf wegen lopen de berg op en er liggen ongeveer vijf kleine
steden omheen. Reeds heeft Hij eens op die berg
gepreekt, nl. op 10 januari 1822 of 12 Tebet (fasc. 12, nrs. 391
en 392).
Het volk dat tot hier was meegetrokken, stuurde Hij
aan de voet van de berg weg en begaf zich dan met de
zijnen alleen op de hoogte, nadat Hij met hen aan de voet wat
gegeten had.
Boven op de berg stond een leerstoel. Hierop hield
Jezus voor de apostelen en leerlingen nogmaals een
toespraak over hun ZENDING. Hij zei hun dat zij nu
zouden moeten tonen wat zij tot hiertoe geleerd
hadden, dat zij moesten verkondigen dat het Rijk
genaderd en de laatste tijd tot boetvaardigheid
aangebroken was; zij moesten dopen, de handen
opleggen en duivelen uitdrijven.
479 Meerdere bijzonderheden over deze berg der eerste uitzending zijn reeds
gegeven in fasc. 12, nr. 391, voetnoot 148.
Aan de hier opgegeven afstanden moet men niet te veel belang hechten,
want in Palestina zijn deze zeer bedrieglijk (zie VOORREDE, nr. 10).
Wat betreft de kleine steden ‘ER OMHEEN’, deze uitdrukking duidt niet de
ligging aan, die zij ons suggereert; men vergelijke ze met de passage,
waarin K. spreekt van de steden die in de omtrek van Kision (Kedes of
Kision) – een levietenstad – gelegen zijn, (fasc. 9, nr. 219 (20 augustus),
voetnoot 20).
Alles bijeengenomen moet men de berg der eerste uitzending
veronderstellen 3 à 4 km ten zuidoosten van Safed.
De schoonheid die K. aan deze berg toekent, zal hij wel te danken hebben
aan het verre uitzicht in meerdere richtingen. Toch is hij veel lager dan
Safed en zijn gebergte in het noordwesten. (Zie fasc. 12, nr. 391, voetnoot
148 en grote kaart 1 en 2.)
Fascikel 21
1762
|