bomen en afdaken zijn korte toespraken; ze vallen voor Hem neer
en Hij zegent en vermaant hen.
Enigen onder de Hem vergezellende leerlingen hadden bij zijn
doop de woorden gehoord: “Deze is mijn lieve Zoon”.
Onderweg verklaarde Jezus hun dat zijn hemelse
Vader dit ook bedoelde te zeggen van allen die
zonder zonde (d.i. met berouw over hun zonden) de
doop van de H. Geest ontvangen.
Dit gewest hier doorkruisten Jozef en Maria op hun reis naar
Bethlehem, heel kort vóór de geboorte van Christus.
Jozef kende de streek zeer goed en wist er de weg, want zijn vader
had hier weiland gehad (fasc. 4, nr. 109, voetnoot 236).
Jozef heeft toen ter zijde van Jeruzalem (achter de stad om) een
omweg van wel anderhalve dag gemaakt; hij heeft alle steden
vermeden en is met zeer kleine dagreizen van een paar uren liever
hierlangs doorgetrokken, omdat de herdershuizen hier zeer dicht
lagen, want voor Maria was op de duur het zitten op de
dwarszadel en ook het gaan zeer bezwaarlijk.
299.
Eerste bezoek.
De twee hoofddoeleinden van Jezus’ rondgang op heden waren
twee herdershuizen, waarheen zijn ouders op hun reis naar
Bethlehem hun toevlucht genomen hadden.
‘s Voormiddags (na een weg van 2 uren in oostelijke richting),
kwam Hij bij het herdershuis, waar Maria slecht onthaald was
geworden en hij onderrichtte daar het verzamelde volk (zie kaart
hiervoor, ook fasc. 4, nr. 109, dinsdag 20 november; dit bezoek en
die afwijzing heeft K. met één regel vermeld).
Fascikel 11
256
|