zijn broers vervolgden hem, zoals Jakobs zonen
Jozef vervolgden.
De herders leidden Jezus ook in de aangrenzende spelonk, waarin
de H. Familie enige tijd verbleven had (de 1e en 2e van het
grottencomplex); zij hadden de bron die daar bij Jezus’ geboorte
ontstaan was (fasc. 5, nr. 119), sierlijk ommuurd en in hun ziekten
gebruikten zij van haar water. Ook Jezus liet van dit water
meenemen.
6 oktober, Sabbat. –
Niets verhaald, zie hierna de reden. In fasc. 4, nr. 115, heeft K.
gezegd: “Ik herinner mij uit mijn beschouwingen op Jezus’
openbaar leven dat Hij op 6 oktober, na zijn doop, in de
geboortegrot, die door de herders reeds tot bidplaats ingericht
was, de sabbat vierde. Bij deze gelegenheid zei Hij tot de
herders dat zijn hemelse Vader reeds bij de
ontvangenis van Maria deze spelonk tot zijn
geboorteplaats had voorbestemd.”
Jezus gaat naar Anim.
Voorbemerking.
Gisteren op de sabbat, 6 oktober, en heden 7 oktober was K. zo
bedroefd wegens de zonden en slechtheid van zo vele mensen dat zij
de dood nabij scheen; haar visioenen op Jezus’ leven kon zij niet
vertellen, maar de volgende dag, 8 oktober, kon zij weer iets
mededelen over haar gezichten op 7 oktober.
Zij reikte de schrijver de hand en zegde hem liefdevol het volgende:
308.
7 oktober. –
Ik heb alles gezien; Hij is nog bij de herders. Jezus bezocht alle
in het veld verspreid gelegen herderswoningen en Hij troostte
Fascikel 11
276
|