Jezus zegde ook dat Hij hen nu aan huis kwam
bezoeken, omdat ook zij Hem in zijn wieg waren
komen groeten en Hem en zijn ouders in die dagen
liefde betoond hadden. Hij verhaalde hun tot
onderricht parabelen van herders en kudden en
zegde dat ook Hij een herder zou zijn en andere
herders onder zijn gezag zou hebben; dat Hij de
kudden zou verzamelen, verzorgen en leiden tot het
einde der dagen.
De herders vertelden Hem van de engelen die zijn geboorte
geboodschapt hadden en hoe zij de H. Familie en het Kind waren
gaan bezoeken; ook hadden zij in de ster boven de geboortegrot
het beeld van het Kind gezien. Zij verhaalden ook over de
koningen, die ook de herderstoren in de gesternten gezien hadden
en over de menigvuldige gaven die zij daar achtergelaten hadden;
zij hadden veel daarvan en wel het ruwere tentdoek hier in de
toren en in de hutten verbruikt. Hier waren nog enige bejaarde
mannen, die als jongelingen Jezus in de kribbe bezocht hadden;
zij vertelden tegen Jezus nogmaals alles wat toen geschied was.
305.
5 oktober, vrijdag. –
De volgende dag werden Jezus en de leerlingen door de herders
meer naar Bethlehem toe naar de woning van de zonen der drie
oude, overleden herders geleid, aan wie de engelen bij Jezus’
geboorte het eerst verschenen waren en die Hem ook als eersten
vereerd hadden; zij lagen niet verre van hun woning begraven en
deze was zowat een uur van de geboortegrot gelegen.
Drie reeds bejaarde zonen van die oude herders waren in leven en
stonden hoog in aanzien hij hun medeherders.
Ook was deze herdersfamilie als een soort overheid door hen met
gezag over hen erkend, gelijk de stammen der H. Driekoningen
dezen als hun hoofden erkenden. Zij ontvingen Jezus zeer
ootmoedig en verheugd en zij brachten Hem bij het graf hunner
Fascikel 11
270
|