gisteren aan Jezus bij zijn afreis aangeduid; de stad ligt een
negental uren van Jeruzalem en een zevental van Jericho.
Bij de herberg hadden ook Essenen hun woning; zij kwamen tot
Jezus en spraken en aten met Hem. Hij bezocht ook de
synagoge en sprak er over de doop van Joannes als
over een doop van boetvaardigheid, een eerste, grover
reiniging, een voorbereidende handeling, zoals de
handelingen van die aard in de Wet zijn; Joannes’
doop verschilde van de doop van Hem, die door
Joannes aangekondigd werd.
Nochtans heb ik de door Joannes gedoopten niet vroeger met de
doop van Jezus herdoopt zien worden dan na de dood van Jezus
en na de nederdaling van de H. Geest; dit geschiedde in de vijver
Bethesda.
De Farizeeën vroegen Hem hier naar de tekenen waaraan men de
Messias zou herkennen en Hij zei hun die; Hij leerde
bovendien tegen de gemengde huwelijken met de
Samaritanen en de heidenen. (In dit gewest loopt nu de
grens tussen Judea en Samaria).
Hier had Judas Iskariot, de latere apostel, Jezus’ leerrede gehoord;
hij was er alleen en niet met de leerlingen gekomen.
23 oktober. –
Nadat Judas hier gisteren en heden de prediking van Jezus
gehoord en ze tegen de kritiek van de Farizeeën zwetsend
opgehemeld had, was hij naar een naburig, ietwat veracht dorp
gegaan en had ook daar bij een godvrezend man de mond vol lof
gehad over Jezus’ leer. Deze man liet Jezus nu tot zich
uitnodigen.
Judas trok te lande overal rond, dreef koophandel, deed
schrijverswerk of bewees allerhande andere diensten aan de
Fascikel 11
320
|