zij de doop aan de Jordaan zouden gaan
ontvangen.
Zij vroegen Hem of de Jordaan dan zulk een bijzondere kracht
had en Hij zei hun dat zijn hemelse Vader de loop van
de Jordaan gemeten en getrokken en alle heilige
plaatsen van dit land voorbestemd en gegrondvest
had nog vóór dat hier mensen bestonden, ja, eer het
land en de Jordaan er waren (= van eeuwigheid).
Hierover zegde Hij zeer wonderbare dingen, die ik
helaas! niet onthouden heb.
Hij handelde over het huwelijk en sprak in het
bijzonder tot de vrouwen en wekte allen op tot
matigheid, kuisheid en onthouding. Hij verklaarde
dat de achterlijkheid van de mensen hier en de
ziekelijkheden van de kinderen de gevolgen waren
van de wanordelijke echtverbintenissen in dit gewest.
Ook sprak Hij van de schuld der ouders aan de
ellende en de gebrekkigheid van de kinderen. Als
middel tot onderbreking van het kwaad wees Hij hun
de boetvaardigheid en voldoening aan en kwam
nogmaals terug op de wedergeboorte door de doop.
Hij haalde de weldaden aan, die zij aan de H.
Familie op haar vluchtreis bewezen hadden en
onderrichtte hen op de plaatsen waar ze gegeten en
gerust had.
Hij toonde hun al hun handelingen van toen als
voorafbeeldingen (Vorbilder, de kiem, de aanloop, het
voorspel of precedent) van hun tegenwoordige stap uit de
zonde tot de zaligheid. Zij bereidden de Heer een maaltijd
met het beste wat zij hadden; hij bestond uit een soort dikke melk
als witte kaas, uit honig, kleine, onder de as gebakken broodjes en
ook uit druiven en vogelen.
Fascikel 11
281
|