Deze heuvel was het begin van de wijnbergen die zich naar Gaza
toe uitstrekten (fasc. 5, nr. 119, voetnoot 262). Het was de
algemene begraafplaats van de herders.
Van hier gingen die herders met de Heer naar zijn geboorteplaats,
naar de spelonk van de kribbe, nagenoeg een uur (1 km) gaans;
de weg liep door een overschoon weidendal, met drie paden; deze
liepen tussen rijen van zorgvuldig gesnoeide vruchtbomen.
Onderweg vertelden zij tegen Jezus over het GLORIE der
engelen; hieronder zag ik (in bijvisioenen) de taferelen van hun
verschijningen, die zich op drie plaatsen voorgedaan hadden:
1. eerst aan de drie herders,
2. de volgende nacht bij de herderstoren en
3. ten derde aan de bron, waar de herders Jezus gisteren
morgen tegemoet gekomen waren.
Bij de herderstoren waren zij in groter getal verschenen; ze waren
groot van gestalte en hadden geen vleugelen. Op de weg naar de
geboortegrot leidden die herders de Heer in het voorbijgaan ook
in de grafspelonk van Abrahams voedster Maraha bij de grote
terpentijnboom (fasc. 4, nr. 115).
Afzonderlijk echter zouden, volgens de zienster, de 3 hoofdherders
begraven zijn; hier is hun begraafplaats onbekend. Maar er bestaat een graf
met 3 graflegers bij de herderstoren en daar worden ook de resten van een
oude kerk gevonden. Dit graf wordt door oude pelgrims vermeld en de kerk
dateert wellicht uit de tijd van Helena; de grafgrot is een voorwerp geweest
van verering in de oude tijd.
Werden de lichamen van die hoofdherders naar die plaats overgebracht of is
hier in het verhaal van de zienster een fout ingeslopen of door Brentano iets
onjuist onthouden en verkeerd genoteerd?
De door K. opgegeven afstanden tussen de verschillende plaatsen zijn fel
overdreven, zodat men een uur voor 1 km mag nemen.
Fascikel 11
272
|