de Heer en zijn gezellen de voeten en dienden hun een
verkwikking voor.
Jezus hield voor een talrijke verzameling, waarvan
velen voornemens waren de doop van Joannes te
gaan ontvangen, een leerrede in een bad- en
reinigingsplaats. Deze was aangelegd aan de rand van een
bijrivier van de stroom op de hoge terrasvormige, met trappen
opstijgende oever. De plaats was met een tentdak overspannen en
er lagen lusthoven met mooie sierbomen, struiken en graspleinen
omheen.
Saturninus en, zo ik meen, nog twee andere leerlingen, die Hem
van bij Joannes gevolgd waren, doopten hier, nadat Jezus
over de H. Geest gesproken had. Hij had geleerd over
de verschillende eigenschappen van de H. Geest en
van de tekenen waaraan men erkennen kon of men
Hem ontvangen had.
- Aan de doop van Joannes ging er slechts een algemene
vermaning tot boetvaardigheid, een akte van berouw en goed
voornemen of belofte van beternis vooraf, doch
- bij de doop van Jezus had niet alleen de algemene
zondenbekentenis plaats, maar iedereen beschuldigde zich in
het bijzonder en beleed al zijn zware zonden en
hoofdgebreken.
Jezus gaf hun de gepaste vermaning en wanneer
iemand uit hovaardigheid of valse schaamte
aarzelde zijn zonden te bekennen, zegde Jezus hem
die openlijk in zijn aangezicht om hem tot
vermorzeling te stemmen.
Jezus leraarde hier ook over de doortocht door de
Jordaan en over de besnijdenis die hier had
plaatsgehad (Jos. 5, 1-9) en Hij beklemtoonde dat Hij
daarom hier op dezelfde plaats liet dopen. Voortaan
Fascikel 11
299
|