thans, doch gesluierd, bij de bruidegom in tegenwoordigheid van
anderen. (Gesluierd, cfr. fasc. 10, nr. 252, voetnoot 70d; op die
plaats hadden wij er nog kunnen bijvoegen: “Toen Rebekka, uit
Mesopotamië komend, Isaäk, voor wie zij bestemd was, in het
oog kreeg, bedekte ze zich met haar sluier, (Gen. 14, 65), want
alleen gesluierd mocht de verloofde haar toekomstige bruidegom
begroeten.” (Keulers, Bijbelse Geschiedenis, blz. 66).
349.
Ik zag Joannes gedurende deze tijd ononderbroken doorgaan met
dopen. Herodes getroostte zich alle moeite om Joannes tot zich te
doen komen en ook zond hij boden tot hem om hem over Jezus uit
te horen. Joannes behandelde hem nog onveranderlijk met
dezelfde geringschatting en herhaalde zijn vroeger getuigenis over
Jezus.
Ook zijn weer afgezanten uit Jeruzalem bij hem geweest om hem
over Jezus en hemzelf te ondervragen. Joannes antwoordde, zoals
altijd, dat hij Hem te voren nooit met zijn lichamelijke ogen
gezien had, maar gezonden was om zijn weg te bereiden.
Ik zag dat Joannes sedert de doop van Jezus telkens opnieuw
herhaalde dat het water door Jezus’ doop en door de H. Geest die
op Jezus nedergedaald was, nu geheiligd was, en dat zeer veel
kwaads uit het water geweken was122.
122 Het is interessant de verschijnselen die K. bij Jezus doopsel (in fasc. 10,
nr. 293) zag en de verklaringen die zij hier doet, te vergelijken met sommige
gedachten die wij vroeger lazen in het brevier op het herdenkingsfeest van
Jezus’ doopsel:
“Jezus wilde gedoopt worden om de oude Adam te begraven en om de
Doper zelf te heiligen, doch bovenal om de wateren van de Jordaan te
heiligen, opdat, zoals Hij geest en vlees was (God en mens),
zo ook aan de dopelingen door de Geest en het water het goddelijk
kindschap meegedeeld zou worden …
Jezus laat zich dopen om de bedorven natuur door het water te heroveren,
met een onbederfelijk gewaad te herkleden …
Fascikel 11
369
|