Amorietenkoning Sihon verslagen (Num. 21, 21-26). In die
veldslag waren er (in verhouding) slechts drie Israëlieten tegen
zestien vijanden, doch er gebeurde een wonder; er kwam een
schrikwekkend gedruis over de Amorieten, dat hun de moed
benam.
Jezus bevond zich hier op een zeer woeste berg, nog ruwer dan de
berg bij Jericho, waar hij ongeveer tegenover ligt en ongeveer 9
uren van de Jordaan.
Hier zal Jezus veertig dagen vasten; hier heeft Hij
weer reeds gebeden en al het lijden dat Hem te
wachten stond, in al zijn omvang en hevigheid
gezien; satan is nog niet bij Hem geweest. De Godheid en
zending van Jezus zijn hem volstrekt verborgen.
De woorden: “Dit is mijn geliefde Zoon, in wie Ik
welbehagen heb” heeft hij slechts als van een begenadigd
mens, een profeet, verstaan.
Nochtans is Jezus reeds dikwijls en op velerlei wijze inwendig
zeer beangstigd geworden.
De eerste bekoring was: “Dit volk is zo bedorven, moet
Ik dat alles voor hen lijden en toch mijn werk niet
voleinden?” (mijn doel onvolkomen bereiken? Cfr. Jes. 49, 4).
Doch Jezus had met een oneindige liefde en
barmhartigheid de bekoring overwonnen en dit in
het zicht zelf van zijn eindeloze smarten!
tegenover Jericho ligt. Over de Nebo heen (806 m) ziet men tot Jericho.
Men kan alles volgen op de grote kaart 1.
Het is ook treffend dat Jezus de duivel komt bestrijden en overwinnen in het
gewest van Jachza, waar Mozes de vijanden van Gods volk, die het
bestrijden kwamen, verslagen heeft.
Fascikel 11
336
|