heimelijk verzamelen en van daaruit een begin maken met de
volvoering van zijn plannen; Hij moest dus nu maar aanstonds
met hem meegaan. Dit alles betoogde hij aan Jezus zeer
uitvoerig. Jezus zag niet naar hem om, maar bad
vurig en ik zag satan terugwijken, zijn gedaante akelig
worden en uit zijn neus vuur en damp komen, waarop hij
verzwond.
19 november. –
Ik was stervensziek. Van ‘s avonds af en de hele nacht bevond ik
mij ononderbroken in beschouwing van Jezus in de spelonk.
20 november. –
Ik zag geheel Jezus’ lijden als een boom vóór zijn ziel
oprijzen. Zelf geheel overstelpt van smarten en kwalen zag ik
hoe aan Jezus geheel zijn toekomstig lijden met alle
onderdelen tot aan de kruisiging toe in wonderbare
afbeeldingen voorgesteld werd.
Ik zag bij die voorstellingen het kruis, zoals altijd, van 5
verschillende houtsoorten gemaakt en de armen erin gevoegd.
Onder ieder arm was een wig of spie ingeslagen en op de stam
was een steunblokje voor de voeten.
Het stuk van de stam boven het hoofd voor het titelbordje was er
apart opgezet, want de stam was eerst te laag om er de titel op te
plaatsen, indien men wilde dat hij boven het hoofd uitstak.
Ik zag dit alles in een wonderbaar en betekenisrijk visioen;
ik zag daarbij allerhande geheimenissen en veranderingen (van de
zelfstandigheid van brood en wijn) in het H. Sacrament.
Ik geloof dat ook Jezus die geheimenissen zag, want ik zag
engelen bij Hem en deze vereerden ze.
Fascikel 11
353
|