Naïm heeft (ten noorden en ten westen) de prachtige
Esdrelonvlakte vóór zich en kan 3 of 4 uren ten zuidoosten van
Nazareth liggen. Ten noorden van Naïm vloeit de voormelde
beek (niet de Kison); Jezus was haar reeds overschreden in de
richting van het noordoosten naar het westen.
De grond is hier buitengewoon vruchtbaar (zoals geheel de
Esdrelonvlakte), vruchtbaar in granen, boomvruchten en wijn.
De weduwe Maroni bezit een hele berg met de weelderigste
wijngaarden bedekt.
Jezus kwam met ongeveer dertig reisgezellen naar Naïm (een
talrijke menigte, zegt Lk. 7, 11). Onderweg waren reeds
verscheidene van Hem gescheiden en naar huis gegaan.
De weg over de heuvelen werd hier smaller. (Vanaf 4 km ten
noorden van Naïm begint de bodem vrij vlug uit de vallei op te
stijgen.) Één groep ging vóór Hem en één kwam na Hem en Hij
ging in het midden. Het was omstreeks 9 uur in de voormiddag,
toen zij Naïm naderden.
Reeds onlangs werd mij bekend gemaakt dat Jezus,
toen Hij hier zeer nabij was (fasc. 19, nr. 822), met opzet
niet naar Naïm was gegaan, hoewel de jongen reeds
ziek was, omdat Hij hem van een zware dood wilde
verlossen en daardoor aan het geloof een grote
uitbreiding wilde geven.
Toen de leerlingen op de smalle weg reeds tot de poort naderden,
zag ik een groep Joden, in rouwmantels gehuld, met het lijk uit de
poort komen. Ik heb altijd horen zeggen dat de Joden
groepsgewijze zonder orde hun doden naar het graf vergezellen;
hier ging het ook juist zo; zij liepen er als een zwerm omheen.
Vier mannen droegen het lijk tussen zich in een kist. Deze was
geplaatst op dwarshouten, die in het midden geboogd of
uitgesneden waren; de kist had de vorm van een menselijk
lichaam en was licht als een gevlochten korf en boven was het
deksel eraan bevestigd. Tussen de leerlingen door, die zich aan
Fascikel 20
1564
|