de weerwolven waren; zij benadeelden de mensen ook in de verte;
wreekten zich nog lang nadien op hen die hun niet lief waren en
verwekten schielijke onweders en stormen op zee.
939.
De vrouwen mengden ook toverdranken om de dood te
veroorzaken of schandelijke begeerten op te wekken en zij
roerden er de walgelijkste uitwerpselen in. Slechts ten prijze van
de grootste zelfoverwinning kan ik van zulke weerzinwekkende
tovergruwelen spreken. Om niet in bijzonderheden af te moeten
dalen, zeg ik bij zulke gelegenheden liever: zij hebben met
velerlei toverkunsten en huichelarij te doen gehad467.
467 Toverdranken. – Wat K. hierover en in verband hiermee zegt, wekt in
hoge mate niet alleen de verwondering, maar ook de twijfel; we zien niet in
hoe alles wat ze zegt, te rechtvaardigen is. Zeker zal ook hier een korreltje
zout het aanneembaarder moeten maken, maar alles steunt op een goede
grond.
Een eerste vondst die mij in deze zaak meer vertrouwen begon in te
boezemen, was de ontdekking van het bestaan van narcotische,
bedwelmende middelen. Dit leerde ik kennen vele jaren geleden. Een van
die middelen is hasjiesj. Ondertussen zijn we gewoon geworden aan de
namen van vele andere soortgelijke producten en nog heden kan men
nauwelijks een krant openslaan, of men leest er dat handelaars in
soortgelijke middelen, hoe men deze ook noemt, hier aangehouden werden,
dat de politie dáár de hand gelegd heeft op zoveel kilo’s hasjiesj, drugs,
marihuana, opium, enz.
Wat ik in deze bladzijden bij de zienster gelezen had, boezemde mij
belangstelling voor die nieuwtjes in; ik verzamelde ook een menigte knipsels,
tot ik het moe werd, daar dagelijks opnieuw nieuws hierover te verzamelen
was. Toch liggen er hier nog een heel pakje voor mij.
Voor de curiositeit laat ik hier enkele titels volgen:
-
“Libanees ging met 35 kilo hasjiesj tante in Toulouse bezoeken, zie blz.
11”
-
“Voor 3 miljoen hasjiesj gevonden in noordstation, Iraans Trio gefopt en
aangehouden.”
-
“Één ton hasjiesj ontdekt te Mannheim.”
-
“Drugkoningen blijven aangehouden.”
-
“Shape-militairen rookten hasjiesj in Bergen.”
Fascikel 20
1715
|