Ik zag dat ook de 2 burgemeesters of consuls van Rome nopens
deze gebeurtenis en het ontspringen van de oliebron inlichtingen
inwonnen. Één der twee heette Lentulus268; het is een voorvader
van de priester en martelaar Mozes en van die andere Lentulus,
welke later met de H. Petrus te Rome bevriend zou zijn (zie nr.
124, voetnoot 277).
Ik zag ook nog iets van keizer Augustus, doch dit herinner ik me
minder nauwkeurig. Ik zag de keizer met nog andere magistraten
te Rome op de heuvel, op de andere zijde waarvan de ingestorte
tempel lag269. Er leidden trappen de heuvel op en boven verhief
zich een gulden poort. Er werden daar steeds zaken afgehandeld
(staatsaangelegenheden geregeld).
Toen de keizer afdaalde, zag hij recht boven het midden van de
heuvel een verschijning aan de hemel; het was het beeld van een
maagd op een regenboog en een kind zweefde uit haar te
voorschijn. (Dit was waarschijnlijk dezelfde verschijning welke
268 Hier en ook in nr. 124, zegt K. dat de Romeinse consul Lentulus een
voorvader was van de heilige priester Mozes, die in 251 als martelaar stierf.
Feestdag 25 november; zie Martyrologium Romanum.
Interessante bladzijden over deze verdienstelijke priester en over zijn
briefwisseling met Sint-Cyprianus zijn te lezen in Tillemont: ‘Mémoires’, tome
3, p. 420-424, + note p. 734, en in ‘Grande Vie des Saints’, par Collin de
Plancy.
269 Onbevangen deze plaats lezend, heeft men de indruk dat de wijk bedoeld
is met de staatsgebouwen naast het forum, hoewel ook de noordoosttop van
de heuvel in aanmerking komt. Op beide plaatsen zijn voorname trappen.
Ook trappen van een gebouw kunnen bedoeld zijn.
De door K. vermelde trekken betreffende Rome vindt men ook bij
kerkschrijvers, hoewel een tikje anders. Onze K. vertelt alles op een eigen,
meer natuurlijke en aanvaardbaarder en dus op een waarachtiger manier.
Wij kunnen eruit afleiden dat heel vaak in zulke geschiedenissen, of, zo men
wil, legenden, een kern van waarheid zit. K. noemt de orakelgod niet, maar
volgens Suïdas was het die van Delphi in Griekenland.
De plaats waar de oliebron een dag vloeide was, volgens Orosius, een
invalidengesticht.
Fascikel 5
505
|