Heden vernam ik ook veel over die heilige koningen en ook de namen
van hun landen en steden, doch te midden van zo vele ziektepijnen
en stoornissen ben ik bijna alles weer vergeten. Toch wil ik verhalen
wat ik er nog van weet.
-
Mensor, de bruinachtige, was een Chaldeeër; zijn stad heette
ongeveer als Akajaja en lag als op een eiland met water
omgeven in een stroom (de Eufraat); doch altijd verbleef hij op
de buiten bij zijn kudden307.
In ‘Voyage au mont Sinaï’, door De Tesson, lezen wij: “Bij de bedoeïenen
bestaat niet dat onwaardig meerderheidsgevoel, dat afstand schept tussen
hogeren en lageren, groten en kleinen.” (blz. 76).
307 De stad van Mensor Akajaja. – In nota plaatst Brentano: “18 jaren na
deze mededeling, nl. in 1839, las ik in Funk’s Handelsschool-woordenboek:
Achajacula, is een vesting op een eiland van de Eufraat in Mesopotamië.”
(naar Ammianus 24, 2).
K. heeft de naam wellicht niet juist uitgesproken.
Op ons kaartje is Achajacula aangetekend, maar men ziet het duidelijker op
het meer gedetailleerde kaartje op de bladzijde hierna.
-
Boven ziet men Ana, dat aan twee zijden van de stroom ligt.
-
Tussen beide delen liggen meerdere eilandjes in de Eufraat.
Een daarvan met rotsbodem is tot een sterke vesting uitgebouwd.
Fascikel 5
574
|