Jozef begaf zich nog vóór het einde van de sabbat naar Bethlehem
en kocht er haastig, zodra de zon ondergegaan en de sabbat uit
was257, enige benodigdheden, te weten, een voetbankje, een klein,
laag tafeltje, enkele schoteltjes, ook gedroogde vruchten en
druiven, en spoedde zich daarmee naar de grot terug. Nu snelde
hij naar de grafspelonk van Maraha, om de H. Maagd af te halen
en naar de grot te begeleiden (herhaling van boven reeds
gezegde). Hier ging Maria weer plaats nemen op haar rusttapijt of
deken in de meest oostelijke hoek der grot (gekeerd naar de wand
van de nis).
Jozef maakte nog spijzen gereed en zij aten en baden tezamen.
Vervolgens zonderde hij zijn slaapcel geheel van de overige
ruimte af, door ze af te sluiten met matten die hij in de grot
gevonden had en die hij op enige staken hing. Hij voederde ook
nog de ezel, die, gezien van de ingang (of gang) uit, links tegen de
wand van de geboortegrot stond. Dan vulde hij de ruif of de van
staven gemaakte kribbe, met biezen en fijn zacht mos en spreidde
er een deken over uit, die over de rand van de ruif neerhing.
Toen nu de H. Maagd hem zei dat haar ogenblik naderde en dat
hij zich in zijn celletje in gebed zou afzonderen, hing hij nog
verscheidene brandende lampen (of lamp met verscheidene
wieken, cfr. nr. 126) in de grot op en ging dan, daar hij gerucht
buiten de grot meende te horen, nog even zien. Hier vond hij de
jonge ezelin, die tot nog toe vrij in het herdersdal rondgelopen
had; ze was vol speelse vreugde naar hier gerend en nu dartelde
bijzonderheid verdraaid in de apokriefen terecht. Bij K. is ook geen spoor
van de apokriefe, traditionele os te vinden, die er wellicht bijgesleurd werd
op grond van Jesaja: de os kent zijn meester en de ezel zijn heer.
Dat in later dagen Essenervrouwen Maria in haar werk komen helpen en de
priesters een hulpvrouw meebrengen, wanneer zij het Kind komen
besnijden, wie kan daar aanstoot aan nemen?
257 Zodra de sabbat uit was. – Op sabbat was kopen en verkopen verboden.
Ook de heilige vrouwen kopen, later, eerst als de sabbat voorbij is,
specerijen om Jezus’ lichaam te balsemen. (Zie Markus, 16, 1). De sabbat
eindigt met zonsondergang.
Fascikel 5
480
|