Teokeno de blanke, kreeg in zijn land dezelfde verschijning in de
sterren en stoof in allerijl de 2 anderen achterna en vervoegde zich
bij hen in de vervallen stad.
***
Door haar biechtvader ondervraagd naar de namen van de H.
Driekoningen, antwoordde K. zonder aarzelen en beslist:
-
“Mensor, de koning met de bruine gelaatskleur, ontving na de
dood van Christus in het doopsel, dat hem door de H. Tomas
toegediend werd, de naam Leander.
-
Teokeno, de geelachtige en hoger bejaarde, die bij het bezoek
van Jezus aan de nieuwe stad van Mensor in Arabië, ziek te
bed lag, werd door de H. Tomas onder de naam Leo gedoopt
(fasc. 36, nr. 2276).
-
De bruine die bij Jezus’ bezoek reeds overleden was, heette
Saïr of Seïr.
De biechtvader vroeg verder: “Onder welke naam werd deze
laatste dan gedoopt ?”
Zonder zich in de war te laten brengen, antwoordde de zienster
glimlachend:
“Hij was bij Tomas’ bezoek reeds overleden, doch was gestorven
met het doopsel van begeerte.”
De biechtvader drong aan: “Ik heb deze namen nooit van mijn
leven gehoord. Van waar komen dan de namen Kaspar, Melchior
en Baltazar?“
Zij antwoordde: “Ja, zij hebben hen zo genoemd, omdat die
namen passen bij hun inborst, want ze betekenen;
-
de eerste: hij gaat (of reist) met liefde (zijn levensreis legt hij
blijgezind af);
Fascikel 5
578
|