Wat de onkosten op hun reizen en de aalmoezen betreft, heeft tot
nog toe Lazarus, die zeer vermogend was, daarin voorzien, en
heeft Obed, Simeons zoon, de betalingen verzorgd. – De kleine
schildwachthuisjes op het voorplein van de synagoge, zijn
eigenlijk kleine cellen op het synagogevoorhof, waarin de
vrouwen, door traliën gescheiden, tot Jezus alleen spraken.
Volgens een bestaand gebruik kwamen in die cellen, ook in
andere omstandigheden, zondaressen en boetvaardige of onreine
vrouwen in hun bedruktheid troost en opbeuring bij de priesters
zoeken.
Boven op de berg Tabor ligt geen stad; wel liggen er schansen,
muren en iets als een ledige vesting, waarin zich herhaaldelijk
soldatenvolk opgehouden heeft174.
174 Geen stad op de Tabor, maar wel schansen. – Op de Tabor hebben in de
loop der eeuwen herhaaldelijk legers gelegen, te beginnen met de
legerscharen van Barak (Recht. 4, 6. 12. 14).
Ook burgers zochten er veiligheid in oorlogstijden. Wanneer zich de joodse
oorlog liet voorzien, legde Flavius Josephus op de Tabor een bezetting; hij
liet de uitgestrekte kruin in 40 dagen met een versterkingsmuur omgeven;
wel zal hij eerder een reeds bestaande muur hebben laten herstellen.
Wanneer men de wijde bergvlakte (1200 x 400 m) uit het noordwesten
bereikt heeft bemerkt men er de resten van; hij mat 3 km in de omtrek en
men kan hem nog volgen over een loop van 2 km (Guide bleu, 237).
De garnizoenen hadden er ook gebouwen nodig of vluchtelingen een
noodhuisje. Vandaar dat de wandelaar zowat overal onverwacht de voet
tegen puinen stoot.
In een later tijdperk bedekte een reusachtige Saraceense burcht het hoogste
oostelijk gedeelte; een wijde, in de rots gehouwen gracht omgaf hem; hij
bedekt een derde van de bergvlakte. Binnen zijn ringmuur liggen de
domeinen van de 2 kloosters, een Grieks en Latijns. We mogen aannemen
dat de Saracenen hun burg op de grondslagen van een vroegere versterking
opgetrokken hebben. Op de bergvlakte liggen ook enige waterbakken
verspreid, maar geheel onvoldoende voor een stad of aanzienlijk dorp. Er
bestaan ook een aantal spelonken.
Kortom op de Tabor hebben schansen, muren en iets als een ledige vesting
bestaan, waarin zich herhaaldelijk soldatenvolk heeft opgehouden, zoals K.
zegt, maar geen stad.
Fascikel 13
532
|