Er gingen slechts een twaalftal leerlingen met Hem mee, nl. die
welke uit Nazareth, Jeruzalem en van bij Joannes tot Hem
gekomen waren. (In nr. 432 komen er 5 bij, zodat K. in nr. 435
kan spreken van ongeveer 18 gezellen van Jezus).
Jezus te Sefforis. – Hij helpt schipbreukelingen. –
Maria’s uiterlijk.
424.
Zo zag ik nu Jezus, nog in de vroege morgen zich uit Kafarnaüm
naar het zuidwesten wenden, alsof Hij tussen Kana en Sefforis
door wilde trekken.
Maria en nog 8 andere heilige vrouwen deden Hem uitgeleide.
Onder deze waren Maria van Kleofas, de drie weduwen, de bruid
van Kana en de zuster van Petrus; de overige weet ik nu niet meer
te noemen. De H. Vrouwen gingen tot bij een kleine stad mee (nl.
tot Klein-Dotaïn, thans Toeran, 3 uren ten westen van Tiberias en
aan de zuidvoet van het gebergte Toeran); daar zouden zij een
gezamenlijke maaltijd houden en dan afscheid nemen.
Hier was in de nabijheid (5 km ten zuidoosten van Klein-Dotaïn
of Dothaïn 2) de put, waarin Jozef door zijn broers gesmeten werd
(aan de zuidkant van de beek), zie grote kaart 2.
Het dorp waarbij zij kwamen heet Dotaïn,
maar er ligt nog een ander, veel groter Dotaïn (Dotan) in (de
vlakte van Dotan, die een zuidelijke verlenging is van) de
Esdrelonvlakte. Dit Groot-Dotan ligt 4 uren of zo ten noorden
van de stad Samaria.
Dotaïn hier is een kleine plaats en de inwoners leefden vooral van
de karavanen, die, de grote weg volgend, hier doortrokken. Het
ligt aan het einde van een klein dal (dat in de ruimer vallei
Roemmaneh uitmondt) en waarin voor zowat 80 stuks vee
weigrond is. Aan een andere zijde ligt het grote gebouw, waarin
Fascikel 13
552
|