Meteen zag hij dat ook de doek, waarmee Jezus’ zijn aangezicht
aangeraakt had (dus de briefomslag) het afbeeldsel van Jezus
droeg.
Daar was echter ook nog wat met het beeld geschied, waarvan de
toeloop van de arbeiders in de vroege morgen het gevolg was
geweest, maar dit, helaas! ben ik vergeten.
***
Ik zag ook de aankomst van de gezant te Edessa.
De koning ging hem in zijn tuinen een eindweegs tegemoet en
werd bij het zien en lezen van de brief en het beschouwen van het
beeld van Jezus onbeschrijfelijk aangegrepen. Hij verbeterde ook
aanstonds zijn leven en zag af van de vele vrouwen met welke hij
schuldige betrekkingen onderhield.
Ik heb vroeger eens gezien dat na de dood van de zoon van die
koning, onder een slechte opvolger, een vroom bisschop het
afbeeldsel van Jezus’ aangezicht, dat tot dan toe in het openbaar
ten toon gesteld was geweest, ergens weg bracht, een brandende
lamp er bij plaatste en de bergplaats met een zegelsteen afsloot.
Lang daarna werd het teruggevonden, dank zij hetzelfde gelaat,
dat zich in de voorgeplaatste afsluitingsteen had ingeprent; ik
bewaar daarvan nog een vage herinnering.
***
Ik herinner me ook een monument van Jezus gezien te hebben, dat
de vrouw, die Hij van haar bloedvloeiing genezen had, uit
dankbaarheid te Cesarea voor Hem liet oprichten. Het was een
beeldengroep in brons; hij stelde Jezus voor op het ogenblik dat
de vrouw de zoom van Jezus’ kleed aanraakte en HIJ zich naar
haar omwendde.
Dit beeld stond op een laag voetstuk en was door een klein tuintje
omgeven (het tuintje van een binnen- of voorhof). Wanneer de
kruiden (versta: een bepaalde plant) van het tuintje (zo hoog
Fascikel 13
631
|