Jezus te Kafarnaüm.
421.
5 maart = 7 Adar; vastendag. –
Jezus kwam met zijn leerlingen in de morgen bij zijn Moeder aan;
zij hadden de gehele nacht gegaan. Daar waren ook de vrouw van
Petrus en zijn zuster, ook de bruid van Kana en andere vrouwen.
Het huis dat Maria hier bewoont, is op de gewone wijze ingericht
en zeer ruim; nooit is zij daar alleen; de weduwen wonen in de
buurt. Ook de vrouwen van Betsaïda en Kafarnaüm, waartussen
deze huizen liggen, zijn dikwijls bij haar en ook bijna altijd de een
of andere leerling. Ik zag hen de vasten hier onderhouden en
rouwen; de vrouwen waren gesluierd. Ik zag dat Jezus te
Kafarnaüm in de school leerde en dat ook de
vrouwen gingen luisteren.
Kafarnaüm ligt in de rechte lijn, die men over de berg zou
trekken, ongeveer 1 uur van de oever van het Meer van Galilea,
en langs het dal over het zuidelijker gelegen Betsaïda, ongeveer 2
uren. Zowat een goed half uur van Kafarnaüm, op de weg naar
Betsaïda, staan de huizen, in een waarvan Maria woont; (het staat
even afgezonderd van de andere huizen). Er vloeit van
Kafarnaüm een schone beek naar het Meer; ze is bij Betsaïda in
vele takken gesplitst en maakt het land zeer vruchtbaar184.
184 De beek die van Kafarnaüm of uit de buurt ervan naar het Meer vloeit is
de wadi Djamoes; we zijn nog in de regentijd, en er vloeide water door.
In het kleine dal Tabiga gekomen ontvangt ze meerdere beekjes of
waterstralen afkomstig uit de 7 bronnen (in het Grieks eptapêgon, verbasterd
in het Arabisch tot Tabgha of Tabiga); het water van de voornaamste dezer
bronnen werd door een waterleiding tot het einde van de vlakte Gennezaret
gebracht, die er buitengewoon vruchtbaar door werd gemaakt.
De rechte weg van Betsaïda naar Kafarnaüm loopt over de heuvel waarop
de huizen staan en de heuvel Kanazir. De omweg volgde waarschijnlijk de
wadi Djamoes en was ietwat langer, toch wel niet een uur langer.
Fascikel 13
548
|