Paasfeest in de tempel. –
De sjacheraars hardhandig uitgedreven.
451.
11 april = 15 Nisan; Hoogfeest van Pasen. –
Jezus en zijn leerlingen hadden de nacht in het huis van Lazarus
aan de berg Sion doorgebracht; zij hadden de meeste tijd aan het
gebed besteed en een weinig geslapen; de Galileese leerlingen
sliepen in de zijgebouwen. Nauwelijks brak de dag aan of zij
begaven zich reeds op weg naar de tempel, die met talrijke
lampen verlicht was. Ook waren uit alle richtingen de wegen
reeds vol mensen, die met hun offeranden ten tempel gingen.
Jezus trad met zijn leerlingen in een voorhof en
preekte daar.
Reeds stonden er weer een menigte kramers tot tegen het voorhof
van de biddenden en der vrouwen, amper een paar stappen van het
biddende volk. Daar nog andere kramers er bij wilden komen,
stuurde Jezus hen terug en beval aan hen die er
reeds stonden, de plaats te verlaten. Maar zij weigerden,
boden weerstand en riepen tot wachten in de nabijheid om hulp.
Dezen durfden er zich niet op eigen hand mee bemoeien en
verwezen hen naar het Sanhedrin. Ondertussen herhaalde
Jezus zijn bevel om met hun koopwaar achteruit te
gaan, en daar zij overmoedig genoeg waren om zich tegen zijn
bevel te verzetten, trok Jezus van onder zijn kleed een
bundel als van gedraaide biezen of dunne wissen en
schoof de ring die ze samenhield, terug. Hierdoor viel
de ene helft van de bundel open als de snoeren van een gesel. Nu
drong Hij tegen de kramers aan en stiet de tafels
omver en dreef de weerspannigen voor zich weg.
Ondertussen kwamen er een hele groep priesters uit het
Sanhedrin, die Hem vroegen: “Wie heeft U het recht en de macht
gegeven om hier op zulk een manier te keer te gaan?” Jezus
antwoordde hun verscheidene dingen die ik niet meer
Fascikel 13
611
|