Jezus bij Maria. – Jezus te Adama en Seleucia.
462.
Na deze vervolgingen kwam Jezus heimelijk uit het gebied van
Sidon en Tyrus terug naar Kafarnaüm in het huis van zijn Moeder,
die Hij troostte. Hier kwamen zijn leerlingen Hem bezoeken en
Hem hun angsten vertellen. Hij stelde hen gerust,
moedigde hen aan tot volharding en beloofde dat
Hij hen weldra zou roepen en uitzenden.
Van hier ging Jezus enige uren noordwaarts naar twee steden,
gelegen aan een klein moerassig meer met rietrijke oevers. Ik kan
thans niet duidelijk en zeker zeggen, waarom ik meen dat er
tussen dit gewest en Galilea een vreemd district als ingeschoven
ligt.
Wellicht, meent Brentano, omdat zij ook heidenen in die plaatsen ziet
wonen; de heidenen waren er talrijk; vandaar de naam: het Galilea
der heidenen, (Jes. 8, 23).
De twee steden liggen tegenover elkaar215; het gewest is duister
en diep.
215 Hier houdt de overzichtelijke aanvulling op en herbeginnen de
regelmatige, dagelijkse mededelingen. Daarom ook sluiten wij hier de
aflevering af.
Later zal Jezus te Adama en Seleucia weerkeren en zullen wij de
gelegenheid hebben er meer over te zeggen.
***
Het kleine meer Merom. –
Nochtans hier nog een kort woord over het kleine meer Merom.
Het meertje ligt diep, zegt K. Op zichzelf is het maar 4 m diep, maar het ligt
op de bodem van een zeer diepe vallei.
-
Ten oosten gaat de bodem onmiddellijk opwaarts en bereikt spoedig een
hoogte van 400 m en bereikt verder zelfs 1000 m.
-
Ten westen strekt zich eerst een nogal brede vruchtbare vlakte uit, maar
dan stijgt ook hier de bodem tot 1000 m.
Fascikel 13
646
|