Een half uur (of liever: méér) ten zuiden van deze beek ligt in een
bergengte achter een woud, Jogbeha of Jagbeha, een kleine en
vergeten stad; ze ligt verborgen in een dal waarin zich een heuvel
verheft; ze dankt haar ontstaan aan een profeet en verkenner van
Mozes en van Jetro. Zijn naam was Malachaï, te onderscheiden
van de laatste profeet Malachias.
Jetro, de schoonvader van Mozes365, had hem in zijn dienst als
knecht; hij was zeer getrouw en verstandig en Mozes zond hem
hier in het land. Hij kwam hier wel een paar jaar vroeger dan
Mozes, doorliep het land, drong noordelijk nog verder tot om het
Meer en bespiedde alles. Toen woonde Jetro nog langs de kanten
van de Rode Zee en eerst na Malachaï’s verkenning, trok hij met
de vrouw en de zonen van Mozes naar Agra366;
365 Jetro, schoonvader van Mozes. – In nr. 703 noemde K. de schoonvader
van Mozes Raguel en zijn zwager of schoonbroeder Jetro en dit laatste
schijnt wel de juiste verhouding geweest te zijn.
De H. Schrift levert dezelfde moeilijkheid op, daar ook zij Jetro nu eens
schoonbroeder en daarna schoonvader noemt.
Er moet daar zonder twijfel reden toe geweest zijn en zij die genoemde
verhouding als de juiste beschouwen, redeneren als volgt:
-
“Toen Mozes in Midian kwam en Raguels dochter ten huwelijk kreeg,
was hij (Raguel) stamhoofd en schoonvader van Mozes.
-
Nadat hij in de loop van de volgende jaren gestorven was, gingen zijn
rechten als vader, stam- en familiehoofd op zijn zoon Jetro over.
Deze volgde ook zijn vader als priester op.
Als Jetro na de uittocht uit Egypte aan Mozes een bezoek op de Sinaï
brengt, zegt de H. Schrift: “Jetro nam Sippora, de vrouw van Mozes en haar
twee zonen (om tot Mozes te gaan)”.
Ze zegt niet: “Hij nam zijn dochter””.
Dit is alles wat hierover door ons, zowel als door de exegeten gezegd kan
worden; zekerheid is niet te verkrijgen.
366 Eerst na Malachaïs verkenning trok Jetro naar Arga.
Dus is het onjuist dat Jetro van Arga uit Mozes op de Sinaï bezocht,
zoals K. zegde in nr. 703. Dus hebben wij te doen met een tegenspraak en
onjuistheid en deze is zonder twijfel te zoeken in nr. 703.
Fascikel 18
1267
|