752.
9 oktober. –
Akrabis is een tamelijk grote stad op een berg, ongeveer 2 (beter:
4) uren van de Jordaan gelegen; het heeft 5 poorten en de
verkeersweg van Samaria naar Jericho loopt er door.
Al wat van daar naar de Jordaanstreek komt, moet er door en
daaraan heeft de stad haar bloei en nering te danken. Vóór de
poort waar Jezus aankwam, waren karavaanherbergen en dáár
stonden ook de loofhutten in ene waarvan Hij gisteren de
ontvangst heeft genoten. Ook heeft Hij hier vóór de poort
overnacht.
Heden zag ik Jezus om de stad rondgaan, want vóór elke poort
waren loofhutten opgericht; ieder stadswijk had zijn loofhutten
vóór de naaste stadspoort. Hij wendde zich om de stad van de
oost- naar de noord- en westzijde en nog een weinig verderop
naar de zuidkant, in welke richting (2 uren verder) Silo ligt.
Maar daar kon Hij wegens het dal (dat zich westwaarts wendt en
in ’t zuiden door een berg begrensd wordt) niet verder rond de
stad. En zo keerde Hij langs dezelfde weg op zijn stappen terug,
bezocht de loofhutten en leerde hier en daar.
De stedelingen hadden allerhande feestgebruiken; zij aten b.v. ‘s
morgens een deel van het ontbijt en spaarden het overige uit hun
mond voor de armen; zij deden overdag allerlei werken, die door
gezangen en gebeden onderbroken of afgewisseld werden en de
stadsmagistraten staken voor het volk enige redevoeringen af.
Ook Jezus hield toespraken.
Bij Zijn aankomst en vertrek werd Hem ontvangst en uitgeleide
gedaan door jongens en meisjes, die Hem met bloemguirlandes
omringden; dit was het gebruik, want met zulke kransen
bezochten ook de verschillende poortwijken elkaar om een lering
of een maaltijd bij te wonen. Ik zag de vrouwen allerhande
werken in en bij de loofhutten verrichten. Bij voorbeeld, vele
zaten in lange tenten te werken aan lange banen van stoffe,
Fascikel 18
1314
|