in het vierkant. De wanden bestaan uit heerlijke, monumentale
steenblokken, mooi behouwen, kunstig samengevoegd en zonder ciment op
mekaar gelegd. De ingang is in de noorderwand en deze is slechts met
twee pijlers versierd, terwijl elke andere zijde er vier heeft. Men komt door
een kleine vestibule in de eigenlijke grafkamer, waarin drie nissen voor drie
sarcofagen aangebracht zijn. Het gewelf en bovenste gedeelte is vernietigd;
het monument was van binnen waarschijnlijk gewelfd en van buiten met een
terras bekroond … Zonder twijfel was dit de begraafplaats van een
aanzienlijke familie (Sam. I; blz. 355-356).
Wat ons betreft, daar het monument tot Christus kan teruggaan, vermoeden
wij dat dit grafmonument toebehoord kan (of zal) hebben, aan de familie
waarin wij Jezus reeds zijn intrek hebben zien nemen en waarmee wij
aanstonds nadere kennis zullen maken.
Nu, het huidige dorp Tejasir, waarvan Guérin de bovenstaande beschrijving
gaf, ligt op de plaats van het oude Aser-Mikmetat, waarvan de ligging nog
steeds onbekend bleef en dat ons nu hier door K. aangewezen wordt.
In het boek Josuë wordt Aser-Mikmetat genoemd als stad op de grens van
de stammen Manasse en Benjamin. In het algemeen laten de
grensbeschrijvingen in dat boek alles aan duidelijkheid te wensen over, te
meer omdat gewoonlijk de ligging van enkele steden onbekend is, zoals in
ons geval de ligging b.v. van Aser-Mikmetat en Tafua.
Hierin bewijst K. ons weer een kostbare dienst.
De loop van de noord- en oostgrens van Efraïm wordt er door opgehelderd
en is daarnaar op onze grote kaarten 1 en 3 uitgestippeld.
Hier volgt het essentiële uit de Bijbelse beschrijving van de noord- en
oostgrens van Efraïm.
a) Oostgrens:
Aser-Mikmetat in het noorden; de grens wendt er zich om heen, loopt
(zuidwaarts) naar de oostkant van Taänat-Silo en verder naar de
oostkant van Janoach en daalt van daar af naar Atarot en Naärata en
gaat langs (het district van) Jericho en komt uit bij de Jordaan (Jos. 16,
6-7).
b) Noordgrens (= zuidgrens van Manasse):
Ze loopt van Aser-Mikmetat, dat tegenover Sikem ligt, naar rechts
(volgens oosterse oriëntering) naar de stad En-Tafua, daalt van hier af
naar de rietrivier Qana en eindigt bij de zee.
Entafua is onbekend, maar is zeker te zoeken in de omstreken van
Nabloes en is wellicht Djinsafoet. Hier afdalend in de wadi Qana vervolgt
ze met deze rivier haar loop naar het westen (Jos. 17, 7).
Fascikel 18
1380
|