Zij woonden hier zeer stil en afgezonderd, duldden geen ijdelheid,
noch opschik en voorzagen in hun onderhoud door hun nederige
arbeid. Met de takken van de waterwilgen die hier (zoals nu nog,
overvloedig) groeiden, vlochten zij korven, ook bijenkorven, want
men imkerde er hier veel; zij vervaardigden ook grove deksels en
licht houten vaatwerk; zij arbeidden in lange tenten; hun
loofhutten stonden nu buiten de stad reeds in gereedheid.
Zij onthaalden Jezus op honig en op as gebakken brood en Jezus
hield een leerrede voor hen.
De verhouding van die sekte tot de Joden geleek op die van zeer
strenge en vrome protestanten tot de katholieken, maar zij hadden
niet hun heiligste voorwerp (de zegen of een deel er van of zijn
omhulsel, nr. 25-26) verloren, zoals de protestanten het H.
Sacrament verloren hebben (waarvan de zegen een voorafbeelding
was).
Jezus onderrichtte hen in alles en zij aanhoorden Hem ook
zeer eerbiedig; Hij drukte ook de wens uit dat zij zich in
Judea zouden vestigen.
Ik vernam nog veel van de aard en het wezen, van
het geloof, van de herkomst, de bloei en het verval, de
af- en toename dezer sekte, ook van Jezus’
rechtzetting van het verkeerde in hun geloof, doch
door storing is me alles weer ontgaan.
Ik vernam ook dat de sekte tot heden toe nog
bestaat368.
368 De Karaïeten. – Zoveel interessants zou te zeggen zijn over deze sekte,
die inderdaad, zoals K. zegt, tot heden stand heeft gehouden.
De Karaïeten verwerpen de overleveringen van de Talmoed en houden zich
eenvoudig, maar dan ook streng, aan de tekst van de Wet. Hij wordt in het
Hebreeuws genoemd ‘Qara’ en van daar hun naam ‘Qaraïm’, door ons
gespeld: ‘Karaïeten’ of ‘voorstanders van de pure, onvervalste, niet
aangevulde schrift’;
ze noemden zich dan ook ‘bene miqra’, ‘zonen van de schrift of loutere tekst’;
men kan ze de puriteinen van het traditioneel judaïsme noemen.
Fascikel 18
1271
|