afkomst, die hun Messias wil zijn en zetelen wil aan Gods
rechterhand.
Zij gelastten nu de gerechtsdienaren Hem opnieuw te boeien
en lieten Hem als een ter dood veroordeelde de ijzeren ketting
om de hals hangen om Hem aldus naar Pilatus te brengen.
Zij hadden reeds eerder een bode tot de landvoogd gestuurd om
hem te vragen zich vroeg gereed te houden om een misdadiger te
veroordelen, daar het nakende feest hen noodzaakte tot haast. Zij
morden ook nog onder elkander, omdat zij gedwongen waren zich
nog eerst tot de Romeinse landvoogd te wenden, want in zaken
die niet hun godsdienst- en tempelwetten betroffen, konden zijzelf
geen doodvonnis voltrekken.
Daar zij nu, om Jezus met groter schijn van recht te kunnen
ombrengen, Hem als een schuldige aan misdaad tegen de keizer,
wilden laten terechtstellen, zo behoorde zijn veroordeling in de
eerste plaats tot de bevoegdheid van de Romeinse landvoogd.
(Om redenen van godsdienstige aard konden de Joden vonnissen
uitspreken en uitvoeren, die minder zwaar waren dan de doodstraf.)
De soldaten hadden reeds in het voorhof (atrium) en tot vóór het
huis post gevat; zij stonden in gelid en ook waren er vóór het huis
reeds weer vele vijanden van Jezus en ander gepeupel verzameld.
De hogepriesters en een deel van de Raad openden de stoet; op
hen volgde de arme Heiland tussen de gerechtsdienaren, door een
groep soldaten omringd; het gepeupel sloot zich bij de stoet aan.
Zo daalden zij van Sion af en gingen door de benedenstad (Akra)
naar het paleis van Pilatus. Een deel van de hier aanwezige
priesters begaf zich evenwel naar de tempel, waar heden drukke
arbeid op hen wachtte55.
55 Weg van Jezus naar Pilatus. –
-
De eerste helft van deze weg is duidelijk uitgestippeld op de schets in
fasc. 29 (zie hierna), en
-
de tweede helft op grote kaart 2.
Fascikel 30
260
|