aan het bloed van deze rechtvaardige; gijzelf moogt het
verantwoorden!”
Nu weergalmde een afschrikwekkend, eenstemmig
geschreeuw van al het daar verzamelde volk, waaronder zich
mensen uit alle plaatsen van Palestina bevonden: “Zijn bloed
kome over ons en over onze kinderen!” (Mt. 27, 20-25)88.
1894.
Telkens als ik bij het beschouwen van het bitter lijden van Onze
Heer, die verschrikkelijke uitroep van de Joden hoor: “Zijn bloed
kome over ons en over onze kinderen”, wordt mij de uitwerking
van deze plechtige zelfverwensing in wonderbare en ontzettende
gezichten aanschouwelijk getoond en duidelijk gemaakt.
Het schijnt mij dan dat ik boven het roepende volk een sombere
hemel zie, vol bloedrode wolken, vol roeden, zwaarden en
strafwerktuigen van vuur89.
Dit sluit in genen dele uit dat het hem over de handen gegoten werd. Dit
laatste is zelfs een ceremonie of gebruik dat tot heden toe in zwang bleef.
De zienster toont het ons in het laatste avondmaal bij de voetwassing en bij
de handwassing in de eerste mis. Wij lezen bij Morton: “Toen ik me wilde
wassen, kwam de jonge broeder op mij af en reikte mij een kan water en een
handdoek toe. Hij goot het water niet in de kom uit, maar wachtte tot ik mijn
handen uitstak en goot er toen zelf water op. Zo deed men in de oudheid
ook.” (In de voetstappen van Paulus, blz. 130).
Mislin constateerde hetzelfde gebruik in de Libanon.
88 Zijn bloed kome over ons. – In fasc. 26, nr. 1337 hoorden wij Jezus leren
over de vloek en zijn gevolgen en wij plaatsten in fasc. 26, nr. 1337, voetnoot
725 een lange nota daarover.
Als de vloek rechtvaardig en verdiend is, heeft hij zijn uitwerksel.
Hier roepen de Joden de verdiende vloek over zichzelf af.
Even verder na nr. 1894 een bemerking hierover.
89 Ik zie boven het roepende volk een sombere hemel. – Één van de
tekenen, waardoor volgens Flavius Josephus de toekomstige ondergang van
Jeruzalem te kennen werd gegeven, was dit:
Fascikel 30
371
|