ongeduldig. Vol minachting voor hen en gans toornig snauwde
hij: “Wat ik geschreven heb, blijft geschreven”96.
96 Tekst op het bordje. – Hij bestond uit enkele woorden en wel in 3 talen op
3 regels, één voor elke taal.
In de Evangeliën is de tekst niet letterlijk weergegeven, doch naar de zin,
behalve door Joannes die de woorden juist weergeeft.
Deze luiden: ‘Jezus Nazarenus, rex Judaeorum’ = ‘Jezus van Nazareth,
koning van de Joden’.
De lezer heeft reeds kennis genomen op de frontpagina van het
voornaamste commentaar dat bij dat plankje te pas komt (zie hierna).
Het volgende kan er nog aan toegevoegd worden:
het was de gewoonte bij de Romeinen boven het hoofd van de
terechtgestelde de reden van zijn veroordeling aan te brengen.
Op weg naar de strafplaats droeg een beulsjongen in de hand, zichtbaar
voor de veroordeelde, of droeg deze zelf aan de hals het bordje met het
opschrift. Te Lyon b.v. droeg een martelaar het opschrift: ‘Attalus, een
christen’. Zo’n jongen zal ook figureren in de stoet van Jezus.
***
De Farizeeën twistten ook over de titel.
Joa. 19, 21 vermeldt dit gemor tegen de titel veel later, nl. als het kruis reeds
is opgericht en Jezus wegens deze titel door de toeschouwers bespot wordt.
Dit verzoek van de Farizeeën om een ander opschrift staat bij Joannes niet
op zijn plaats.
Dit is ook de mening van de geleerde Lesêtre in D.B. bij het woord Titre, k.
2254. Welke zin had het nog te reclameren, wanneer Jezus reeds aan het
kruis hing.
***
Wij miskennen hier het Evangelie niet, want het is zeker en algemeen
aanvaard dat in de Evangeliën niet alles in de chronologische volgorde
verhaald wordt.
Katarina die alles als in de werkelijkheid beschouwde, ziet dit morren van de
Farizeeën plaats hebben, aanstonds nadat zij het gelezen hadden; hun
morren heeft nog kans op een goed gevolg, een wijziging is nog mogelijk,
want Jezus heeft het kruis nog niet opgenomen.
Later zullen zij hun gemor en verzoek nog eens herhalen, nl. eer Jezus aan
het kruis genageld wordt. Ook op dit ogenblik is een verandering van titel
nog uitvoerbaar.
Fascikel 30
388
|