Herodes werd nu zeer spraakzaam, babbelziek tegen Jezus en hij
flapte er alles uit wat hij van Hem wist.
In het begin stelde hij Hem vele vragen67 en gaf zelfs het
verlangen te kennen een wonderteken van Hem te zien, doch
daar Jezus geen gebenedijd woord voor hem overhad
en onberoerd de ogen voor zich neergeslagen hield,
ergerde Herodes zich aan zijn houding en voelde zich vernederd
voor de aanwezigen, doch zijn verlegenheid wilde hij niet laten
blijken en in een vloed van vragen bracht hij alles te pas wat hij
van Hem wist.
Eerst zocht hij Hem te vleien: “Het doet me leed, sprak hij, dat
men zulke zware beschuldigingen tegen U inbrengt; ik heb veel
over U gehoord.
Weet Gij wel dat Gij afbreuk aan mijn rechten hebt gedaan te
Thirza (= is origineel Hebreeuws en betekent ‘bekoorlijkheid’.
Het komt in het Oude Testamant voor als plaatsnaam (stad). Het was de
vroegere residentie van koningen van het noordelijke koninkrijk.
Waarschijnlijk zo genoemd vanwege haar mooie ligging op een berg
(bv. Hooglied 6,4)), door zonder mijn toestemming personen vrij te
kopen, die ikzelf daar in de gevangenis heb laten werpen?
Maar dat zult gij wel met een goede bedoeling gedaan hebben, ik
geef het toe.
67 Herodes stelde vele vragen. – En dit met een levendigheid die aan de
oosterlingen eigen schijnt. Ter vergelijking het volgende: De Géramb
bezocht in de Libanon 2 emirs, d.i. vorsten.
-
De ene, Béchir genaamd, richtte enige vragen tot De Géramb, doch daar
de antwoorden niet vlug genoeg volgden, stuurde hij de aanwezigen
heen, in de mening dat hun aanwezigheid hem verlegen maakte en hem
belette vlugger op zijn vragen te antwoorden.
-
De tweede, Amin genaamd, stelde hem eveneens een groot aantal
vragen, maar in zulk een snel tempo, dat zijn drogman (= vertaler, tolk,
gids) de tijd niet had om ze te vertalen en De Géramb geen kans zag om
behoorlijk enige lettergrepen te stamelen.
Fascikel 30
321
|