Vervolgens wierpen zij Hem onder een schaterend spotgelach
met het zitbankje van het zuilvoetstuk en het volgend ogenblik
duwden zij Hem er met geweld weer op.
Ik kan onmogelijk al die lage mishandelingen beschrijven, welke
die geweldenaars verzonnen om de arme Heiland te verguizen.
Ach! Hij leed zulk een brandende dorst, want Hij had een
wondkoorts ten gevolge van de onmenselijke geseling die
Hem verscheurd had, zodat Hij sidderde van de koorts over
heel zijn lichaam83.
In zijn zijden was het vlees hier en daar tot op de ribben
afgerukt. Zijn tong was krampachtig in zijn keel achterwaarts
ineengetrokken. Het heilig bloed dat van zijn hoofd
neervloeide, was de enige verfrissing voor zijn gloeiende
mond, die smachtend openstond, maar die onmensen namen
deze tot mikpunt voor de walgelijke uitwerpsels (van hun
eigen beestachtige mond).
Op deze wijze werd Jezus ongeveer een half uur verguisd.
Over zijn folteringen vermaakte zich ook de cohorte, die in rij
en gelid staande, het pretorium omringde en door haar
instemming en toejuiching moedigde zij die booswichten nog
aan84.
83 Jezus had koorts. In gestigmatiseerden wordt Jezus’ lijden volkomen
herhaald. Nu, in haar leven (Schmöger, I, 414) lezen wij: “Wanneer zij de
geseling onderging, zag men over heel haar lichaam de wonden van de
geseling; ze waren telkens vergezeld van hevige koortsrillingen.”
Vaak hoort men beweren dat Christus nooit ziek is geweest;
ik wil dit geenszins tegenspreken, maar toch is Hij op aarde gekomen om
ook alle menselijke levenstoestanden te heiligen.
Zo kan Hij door de koorts van zijn geseling de ziekten geheiligd en
verdienstelijk gemaakt hebben.
84 Deze nota is van Brentano:
“Dit visioen wekte deze nacht bij de begenadigde zulk een medelijden, dat zij
de dorst van haar Verlosser verlangde te ondervinden.
Fascikel 30
364
|