En nu telde Jezus 20 waarheden op volgens de letters
van het Hebreeuwse alfabet, waarnaar ook de Jood
zijn waarheden opgenoemd had.
En hierna weidde Jezus zeer lang uit over de zonde
en de straf van hen die door hun toevoegingen de
waarheid vervalsen231. Maar de oude Jood wilde op geen
manier zijn ongelijk bekennen en het ontbrak hem daar ook niet
aan toehoorders, die hun instemming betuigden en met
leedvermaak zagen dat de leer van de grote profeet
tegengesproken werd.
Toen zei hem Jezus: “Gij hebt een prachtige tuin;
breng mij de gaafste en edelste vruchten en ze zullen
bederven ten teken van uw ongelijk; gij hebt een recht
en gezond lichaam; gij zult krom worden, indien gij
in het ongelijk zijt, opdat ge moogt zien dat het
edelste bederft en het rechte misvormd wordt,
wanneer men de waarheden door toevoegingen
verdraait. Maar, indien gij in staat zijt ook maar
één wonderteken te doen, dan wil ik toegeven dat uw
24 waarheden echt zijn.”
485.
Toen ging de Jood met zijn aanhangers naar zijn naburige tuin; hij
bezat en kweekte daarin allerhande zeldzame en kostbare
vruchten, kruiden en bloemen; ook in kooien allerlei uitgelezen,
zeldzame dieren en vogelen, en in het midden was een vrij grote
vijver met zeldzame vissen, die hij hield uit liefhebberij.
Haastig verzamelde hij met zijn vrienden de edelste vruchten, gele
appelen en nu reeds rijpe druiven; deze bracht hij tot Jezus in een
231 Toevoegingen aan de Wet waren door de Wet zelf streng verboden:
“Ge moogt niets toevoegen aan wat Ik u ga bevelen, noch er iets
van afdoen, maar ge moet de geboden van Jaweh uw God
onderhouden, die Ik heden geef.” (Deut. 4, 2).
Fascikel 14
690
|