Zij hadden Kedes aan hun rechterhand en bestegen in westelijke
richting verscheidene zachte berghellingen en terrassen.
Deze streek had hoge bergen (Opper-Galilea), waarop zich grote
vlakten uitstrekten (b.v. tussen Maroen en Birim en ten noorden
van Safed). Daar vond men niet zo vele ravijnen en verwarde
verscheurde bergen als in zuidelijk Palestina.
Tisbe lag aan hun linkerhand, zeer hoog (830 m).
Voortijds woonde Tobias daar; hij had daar de zwager of de broer
van zijn vrouw uitgehuwelijkt en is ook in de waterstad
Amichores geweest; hij had er kunnen blijven wonen, doch hij
verkoos de ballingschap van zijn volk te delen om hun nuttig te
kunnen zijn.
Ook Elias heeft te Tisbe gewoond, en Jezus, meen ik, reisde er
reeds eenmaal door. De steden liggen nagenoeg alzo.
De zienster trekt met de vinger enige lijnen op de deken van haar
bed en bepaalt enige punten om de ligging van de steden te
verduidelijken. Brentano bracht dit zeer primitief in kaart en hierbij is
op te merken dat hij Azor ten noordwesten van Kedes legt en Adama
nabij de zuidpunt van het meer op enige afstand, zoals wij.
503.
Een grote volksmenigte was reeds op de berg verzameld, reeds
gisteren avond, na het sluiten van de sabbat, waren mannen er
naar opgestegen en hadden er de nodige toebereidselen getroffen.
De leerplaats was een met een wal omringde ruimte, waar zich
een leerstoel bevond.
De mensen die aan beide zijden van de berg in de rijen huizen
woonden, die ik vroeger reeds vermeldde, hielden zich ook bezig
met het maken van tenten; zij hadden er zulke met palen en
spantouwen juist in gereedheid; zij hadden die boven op de berg
gebracht en de leerstoel en andere plaatsen er mee overspannen.
De plaats was van historische betekenis, want na zijn overwinning
op de Kanaänieten heeft Josuë hier een dankfeest gehouden.
Fascikel 14
722
|