Adama. Vervang de middelste ‘t’ door ‘s’ – iets wat in de nominologie vaak
voorkomt – en U bekomt de naam Tisbe.
Kedes = Kedes-Neftali (ruïne Khirbet Qades); –
Van Kedes (of Kedes-Neftali) blijft de ruïne Khirbet Qades over; ze ligt 3
uren ten noordwesten van Adama, op de middelste hellingen (niveau 484
m). Men vindt er ene van de meest interessante en best bewaarde resten
van het oude Palestina; het huidige dorp neemt nauwelijks het 3e deel in van
de oude, zeer sterke stad, die een dubbele heuvel bedekte.
Een groot deel van deze heuvel is sedert eeuwen in landbouwgrond
herschapen, en toch vormen de resten nog, volgens de Palestinoloog
Guérin, het indrukwekkendste archeologisch complex van de gehele streek.
Hieruit blijkt dan ook van welk belang de stad geweest is in de oudheid; ze
nam een bijzondere plaats in onder de Kaänanitische vestingsteden (Jos.
12, 22). Daarna werd ze door Josuë aangewezen als toevluchtstad voor het
noordelijk gedeelte van het land en als levietenstad (Jos. 20, 7; 21-32).
Berota = dorp Birim of naburige dorp Biram = Iqrit
Katarina noemt vervolgens Berota als gelegen in de buurt van de berg waar
Jezus zal komen leren. Het ligt, volgens Flavius Josephus, niet ver van
Kedes.
Wij kunnen het best vereenzelvigen, zoals ook menig Palestinoloog het doet,
met het huidige dorp Birim of met het naburige dorp Biram, of wellicht nog
beter, met beide samen.
Birim is een meervoudsvorm met dezelfde betekenis als Berota, nl. putten.
De Israëli’s hebben het andere dorp de naam Biram gegeven, dit is ‘put van
het volk’.
Beide plaatsen dateren uit de oudheid en liggen in het hooggebergte van
Opper-Galilea, 4 uren ten westen van Adama.
Een nieuwe joodse kaart tekent op de plaats van Birim aan: site historique.
De vervaardigers schijnen dus eveneens Berota met dit Birim te
vereenzelvigen.
In onze dagen, d.i. midden augustus – dit zij tussen haakjes gezegd – heeft
Birim, met nog een ander dorp, 14 km meer westelijk gelegen, nl. Iqrit, een
zekere vermaardheid verworven.
Dit door het verzoek van hun vroegere, Arabische christelijke bewoners, die,
gesteund door hun aartsbisschop Raya van Galilea, vroegen om, zoals hun
in 1948 beloofd werd, naar hun woonplaatsen terug te mogen keren.
Fascikel 14
713
|