Maandag, 22 juli. –
Weinig mededelingen.
Jezus reist van Zedad zuidwaarts door het gebergte in de richting
van Gathefer, waar Hij de 23e aankomt. Na deze omweg reist Hij
van Gathefer noordoostwaarts naar Kafarnaüm, waar Hij in de
avond van de 23e aankomt.
Hij verneemt er de gevangenneming van Joannes, die in de late
namiddag van de 22e had plaats gehad, terwijl Hij op weg was van
Zedad naar Gathefer.
In de morgen van de 23e vertelde de zienster aan Brentano, die zijn
gewoon bezoek bij haar aflegde, die gevangenneming als volgt:
Joannes gevangen genomen.
517.
23 juli, in de morgen. –
Ik was bij Joannes, hij is gevangen genomen; de soldaten van
Herodes hebben hem weggeleid; ik heb alarm geroepen en ben er
naartoe gelopen; ik wilde de opgeschrikte leerlingen gaan zeggen
welke weg zij met hun meester ingeslagen waren; ze wisten het
niet en helaas! ze begrepen me niet; zij liepen her- en derwaarts
en deden alsof ze mij niet zagen. Het was zo angstwekkend en ik
heb ontzettend met hen geweend.
Joannes wist wel dat zijn gevangenneming nabij was en juist
daarom had hij in deze dagen zo haastig gehandeld, zo
geestdriftig gesproken, als om afscheid te nemen en zijn loopbaan
te sluiten. Hij had Jezus duidelijker verkondigd dan ooit te voren
en gezegd: “Het uur is aangebroken, Hij komt, nu moet ik van het
toneel aftreden; tot Hem moeten zich nu allen wenden!!”
Nog de maandag preekte hij en kondigde aan dat hij weldra
gewelddadig ontvoerd zou worden; “Het volk waartoe ik
gezonden was”, zei hij, “is een grof, hardlerig volk, zonder
Fascikel 14
746
|