Toen de maaltijd ten einde liep, was het reeds donker en men
gebruikte fakkels. Jezus zegende het volk en verliet met de
leerlingen de berg; weldra scheidde Hij ook van hen. Terwijl
dezen langs een kortere weg naar Betsaïda en Kafarnaüm
terugkeerden, richtte Jezus zich met de verwante leerling en met
Saturninus zuidwestwaarts naar een stad die ter zijde van Berota
ligt en Zedad heet; Hij overnachtte er in een herberg vóór die
stad240.
nieuwsgierigen te scheep naar Palestina gereisd om de wondermens te
zien, gelijk Gregorius van Tours het verzekert.
Naar aanleiding van het schilderwerk van de gezant van de koning van
Edessa, noteert ook Eusebius dat Jezus’ faam zich verre buiten Palestina
verspreid had.
Die niet konden gaan, vervolgt Kochem, verlangden een beeld van Jezus te
zien.
Zo lezen wij dat Lentulus, een Romeins senator, een afbeelding van Christus
in zijn bezit kreeg. Hij schonk die aan de senaat, meent Kochem, maar dit
vermeldt K. niet. Dit beeld was door hem begonnen, weet K. te zeggen,
maar door een engel voltooid (cfr. nr. 2241; wat voorbeelden van
buitenlandse bezoekers betreft, zie verder nr. 932.
240 Zedad = Sasa = Zaza. – Op grond van de aanduidingen van K. kunnen
wij Zedad met grote waarschijnlijkheid vereenzelvigen met Sasa of Zaza, 5
km ten zuidwesten van Birim (Berota), aan de noordvoet van de hoge berg
Djarmoek (niv. 1208 m).
Zedad verlatend zal Jezus straks in het gebergte komen.
***
De Hebreeuwse en Arabische ‘D’ heeft vaak de uitspraak van een verzachte
‘S’ of’ ‘Z’. Het Hebreeuws ‘Uzzen’ werd in het Arabisch ‘Uden’ (cfr. D.B.
Beths. 2, kol. 1728.
Op een kaartschetsje plaatst ook Brentano Zedad in die omgeving.
Over Saza deelt V. Guérin merkwaardige dingen mee:
”Uit de vele resten, ondermeer van een synagoge, citernes, grafkelders, enz.
blijkt dat in de oudheid hier een aanzienlijke stad gelegen heeft.” (Gali. II, 93-
94).
Fascikel 14
730
|