kwamen ook soldaten, maar de eerwaarde moeder wilde hen niet
binnenlaten. Toen stond ik op, ging vóór het raam staan, en door het
venster richtte ik een korte vermaning naar beneden om altijd de
waarheid te zeggen, hetgeen ook Jezus trouwens hier de mensen
geleerd had.
***
Vervolgens bevond ik mij in een bovenaards klooster dat in de
lucht zweefde. Aan de ene zijde stonden Brigitta, Hildegardis en
vele dergelijke geestelijke kloostervermaardheden.
Ik was aan de andere zijde alleen en keek zeer benieuwd door de
tralies op de leerplaats van Jezus neer en ik zag daar alles uit de
hoogte.
Toen ik nu de krom geworden Jood zo naar de hemel om
erbarming zag roepen, meende ik dat hij ook tot mij smeekte om
voor hem te willen bidden, want hij had mij gezien, doordat ik
tussen de tralies zover uit het venster voorover lag.
Ook bad ik Jezus hartelijk hem weer gezond te willen maken.
Maar dit was een gebed tot bekering van dergelijke hardnekkige
waarheidvervalsers.
Er ontstond zulk een opschudding dat de overste, die reeds naar
de stad weergekeerd was, teruggeroepen moest worden om de
orde te herstellen. De Jood gaf zijn ongelijk toe en bekende dat
hij door zekere toevoegingen de waarheid had vervalst.
Op het hevig berouw van de man en op zijn smeken tot alle
omstaanders hun gebed bij het zijne voor zijn genezing te voegen,
zegende Jezus de voorwerpen die de man naar hier
gebracht had, zoals ook hemzelf, en alles keerde
aanstonds in zijn vorige toestand terug: de vruchten,
de dieren en de man, die onder tranen en
dankbetuiging voor Jezus neerviel.
Fascikel 14
693
|