Slechts weinigen, ook onder de hogepriesters, kenden dit geheim
en wisten het te benuttigen. Dikwijls bedierf en verijdelde een
mens door onwaardig gedrag de straal (of invloed) die de zegen
op hem wierp met het doel hem te helpen om de geslachtsstam
van de Messias te veredelen. Dit vertraagde voor de mensheid
weer een hele tijd de komst van de Heiland, of liever van het reine
onbevlekte vat dat de Messias rechtstreeks uit God de H. Geest
zou ontvangen.
Dit heilig voorwerp werd door die hogepriesters welke het
kenden, op verschillende manieren ten goede aangewend.
Één daarvan was dit voorwerp in water te dopen en dit water als
zegenbrengend te drinken te geven.
De profetes Debora, ook Anna de moeder van Samuel, ook
Anna’s moeder Ismeria hebben zulk water gedronken. Hierdoor
was Ismeria in staat gesteld de moeder der H. Anna te worden.
Anna zelf echter heeft niet van dat water gedronken: zijzelf toch
bevatte de zegen.
De H. Joakim ontving door tussenkomst van een engel dit heilig
geheim uit de Ark van het Verbond (nr. 27). In aansluiting
daarmee werd de H. Maagd Maria onder de Gouden Poort van de
tempel ontvangen55, en bij haar geboorte is zijzelf de Verbondsark
van de geheimenis geworden. Het doel van die zegen was dan
bereikt en de houten Ark in de tempel was voortaan zonder die
geheimzinnige heilige zegen. Het geheim van de Onbevlekte
Ontvangenis van Maria in de heilige moeder Anna kunnen de
mensen (in verband met die zegen) niet verstaan en daarom blijft
het hun verborgen.
55 De Gulden Poort is dezelfde die nu nog deze naam draagt, zie onze
schets. In Joakims tijd lag ze nabij de noordoosthoek van het Tempelplein,
dat door Herodes later naar het noorden uitgebreid werd.
De uitdrukking ‘onder de Gouden Poort’ betekent: in de gang onder de
grond, waarvan de ingang onder de Gouden Poort is.
Fascikel 1
103
|