eeuwen bij de stad ingelijfd en ommuurd. Hiervoor zullen wij
verder enkele argumenten aanvoeren.
In zijn oostdeel bevatte de Bezeta-muur de oude Schaapspoort (nu
Mariapoort). Vanuit deze poort liep en loopt nog een weg recht
naar het westen en de burg.
Zuidelijk van die weg lag nabij de poort de reusachtige, thans
gevulde en in speelplein omgeschapen Schaapsvijver. De weg
vormt de scheidslijn tussen Tempelberg en Bezetaheuvel.
II. De westelijke heuvelketen, van noord naar zuid
bezichtigd.
De heuvels Gareb, de Sionberg en Akra.
De huidige Damascuspoort was toen een Hoekpoort. Aanstonds
voorbij de poort wendde de muur zich naar het zuiden, om, na een
bepaald traject, aan te lopen tegen een hoek van de muur van
Ezekias. De muur van Bezeta noemen wij de muur van Manasse.
Die van Ezekias, welke zich van deze hoek naar het oosten richtte
om zich na een paar draaien bij de Antoniaburcht aan te sluiten,
was in Jezus’ tijd een binnenmuur geworden, doch het stuk dat
zich van dezelfde hoek naar het zuiden richtte, was een
buitenmuur gebleven.
In zijn loop liet hij Kalvarië eerst rechts of ten westen op een
afstand van 100 m. Een eind voorbij Kalvarië draaide hij en liep
met in- en uitsprongen naar het westen, Kalvarië nu rechts of
noordelijk latend, weer op een afstand van 100 m. Tenslotte
wendde hij zich met hoeken nogmaals zuidwaarts om weldra de
stadsmuur van Salomon te bereiken; dit trefpunt bevond zich
ongeveer 100 m ten oosten van de huidige Jaffapoort.
Deze poort wordt soms ook Bethlehemspoort genoemd, maar in
Jezus’ tijd bestond deze poort nog niet en is dus geenszins de door
K. zo vaak vermelde Bethlehemspoort.
Fascikel 8
16
|