H. Monumenten in en rond Jeruzalem.
Wij beginnen een rondgang bij het Armenisch klooster dat het
hoogste gedeelte van Sion bedekt (775 m). De prachtige
kathedraal is toegewijd aan de apostel Jakobus de Meerdere, die,
anno 44, op bevel van Agrippa I, de marteldood stierf.
In de noordwand van de kerk leidt een deur in een aangebouwde
kapel, waar de herinnering bewaard wordt aan zijn dood, op de
plaats zelf van zijn marteling; de gebouwen van dat klooster
beslaan nagenoeg de gehele Armenische wijk.
In de zuidoosthoek van deze wijk staat een klooster van
Armenische nonnen. Wat zij op een binnenplaats vereren als het
gerechtshuis van Annas, schijnt geen aanspraak op deze titel te
kunnen maken. Ook zijn er pure legenden aan verbonden.
Om de plaats waar Annas’ rechtshuis stond, te bereiken, moet
men zich van de kapel eerst naar de Davidspoort richten, 60 m ten
zuidwesten en van daar nogmaals 60 m zuidwaarts gaan tot bij het
‘klein’ Armenisch klooster. Halverwege moet men 7 in de rots
uitgehouwen trappen bestijgen. Deze trappen zijn door Zuster
Emmerick vermeld.
Nadat ze ons Jezus getoond heeft, gekomen ongeveer ter plaats
van de Davidspoort, vervolgt zij: “Nu wendde de stoet zich
zuidwaarts, klom met grote trappen naar Sion op en kwam aan het
huis van Annas.”
In dit huis evenwel heeft een traditie eeuwen lang het huis van
Kaïfas gezien, maar deze traditie, op zichzelf reeds onzeker, heeft
haar belang verloren door de recente ontdekking van het
vermoedelijk ‘echte’ huis van Kaïfas, halverwege de zachte
oostelijke helling van Sion, 220 m ten oosten van het Cenakel.
Het Cenakel lag in een binnenhof dat zich rondom het
hoofdgebouw uitstrekte en met een muur omgeven was. Als men
de buitenpoort van de hof binnentrad aan de noordkant, had men
rechts bijgebouwen en daar verbleef in een eigen woning Maria
Fascikel 8
35
|