bevaarbaar; van zijn water profiteren slechts het struikgewas, de
bomen en wilde planten en gewassen die bijna ononderbroken
zijn oevers bedekken. Maar men weet dat er plannen ter studie
zijn (geweest zijn?) om het overvloedige water in zijn bovenloop
op te vangen en door kanalen over het hele land te verdelen, ja,
het tot in de Negeb of zuidland te leiden, maar de politiek en
ijverzucht van buurlanden beletten de Joden hun grootscheepse
plannen ten uitvoer te brengen. Of is ondertussen misschien ook
de onmogelijke verwezenlijking van zulke plannen gebleken?
D. De bergen van Westjordaanland.
Galilea.
Het bergensysteem van West-Palestina kan beschouwd worden
als een verlenging van het Libanongebergte. De keten kent
kleinere, gedeeltelijke onderbrekingen, doch is slechts éénmaal
geheel onderbroken door de ruime vlakte Esdrelon ten zuiden van
Nazareth.
I. Het Galilees gebergte.
Het Galilees gebergte loopt vanaf de Nahr of stroom el-Qasimijeh
(Leontes) tot aan de vlakte Esdrelon, die gewoonlijk bij Galilea
gerekend wordt.
Dit gebergte van Galilea bestaat uit twee goed onderscheiden
delen, die veel van elkaar in hoogte en uitzicht verschillen.
Dit verschil veroorzaakt de indeling in Opper- en Neder-Galilea
(Hoog of Laag, Boven of Beneden-Galilea).
De grens tussen beide volgt een lijn die men zou trekken van St.
Jean d’Acre (Ptolemaïs) naar de noordpunt van het Meer van
Gennezaret.
Op deze lijn ligt de langwerpige vlakte Medjdel Keroem op een
niveau van 250 m; ze begint 3 uren ten oosten van St. Jean d’Acre
Fascikel 8
88
|