G. Voornaamste stadspoorten van Jeruzalem.
Van een aantal stadspoorten in de Bijbel genoemd, is de ligging
hetzij onbekend of de Schrift duidt met een andere naam één van
de gekende poorten aan; de gekende zullen wij nu in volgorde in
ogenschouw nemen.
De muren van nu met hun omtrek van 4870 m, die aan de
zuidkant een aanzienlijk gedeelte van de oude stad uitsluiten,
dateren van 1534; ze zijn gemiddeld 1 m dik, hebben torens,
bastions, in- en uitsprongen en een hoogte die volgens de plaatsen
verschilt van 12 m tot 15 m. In die muren zijn resten,
grondslagen en zelfs boven de grond tot een zekere hoogte lange
stukken van de muren van het Bijbelse Jeruzalem bewaard.
1) De poort van Jaffa = ‘poort van Hebron’ of ‘poort van
Bethlehem’.
De poort van Jaffa, de enige in de westelijke muur, is van binnen
hoekig, d.i. de richting verandert, maakt een hoek. Om deze
reden en haar engte werd in 1898 aan haar zuidkant een ruime
bres in de muur geslagen om voor de Duitse keizer Willem een
rechte en hem waardige intocht in de stad te bereiden. Deze
doorgang blijft, en hoewel de poort feitelijk overbodig geworden
is, blijft ze behouden.
Steeds heeft de Jaffapoort meer dan de andere een druk verkeer
gekend, want wie uit het westen komen, gaan langs deze enige
westelijke poort in de stad. In de mond der Arabieren heet ze ook
‘poort van Hebron’ of ‘poort van Bethlehem’.
In Jezus’ tijd bestond ze nog niet en de poort die door onze
zienster poort van Bethlehem genoemd wordt, ligt een 80 of 90-
tal meters meer oostelijk, in de muur van Ezekias.
2) De nieuwe poort ‘Bab el-Djedid’.
De volgende poort is in de noordwesthoek. Om deze hoek loopt
een rotsgracht van 180 m lang en 15 m breed. In de noordelijke
Fascikel 8
29
|