het zuiden (768 m), en het Armenisch klooster in het
noorden (775 m).
200 m voorbij de Sionpoort loopt de muur met een rechthoek
weer naar het noorden en komt 300 m verder bij de citadel. Deze
muur vertoont uitsprongen of bastions die plomp zijn, maar sterk.
De citadel, gebouwd op de plaats van een van Herodes’
burchtpaleizen, springt een weinig naar het westen vooruit buiten
de lijn van de muur. Ze is met een muur omgeven en heeft drie
torens, zoals het paleis van Herodes.
De noordoosttoren, ten onrechte toren van David genoemd, is in
zijn onderste deel een overblijfsel van de toren Fazaël, die deel
uitmaakte van het paleis van Herodes. Onder het Turks bewind
deed de citadel dienst als kazerne en buskruitmagazijn. Als
zodanig is ze nu buiten dienst gesteld, wordt beschouwd als een
historisch monument en doet dienst als kunstmuseum dat af en toe
voor kunsttentoonstellingen ten dienste gesteld wordt.
We overliepen de poorten van de moderne stad.
De meeste daarvan zijn met oude poorten te vereenzelvigen.
De muur die in Jezus’ tijd de zuidelijkste, nu buitengesloten
strook grond insloot, had ook zijn poorten.
***
1) De Dalpoort.
Wanneer wij van de Jaffapoort zuidwaarts terugkeren, was de
eerste poort die wij in de muur van Salomon ontmoet zouden
hebben, de Dalpoort uit Nehemias 3, 13, die te lokaliseren is bij
de zuidwesthoek van de latere en tegenwoordige citadel.
2) De Vuilnispoort = Essenenpoort.
De volgende poort in de zuidwesthoek van de oude stad, heette
Vuilnispoort, omdat ze naar de vallei leidde waar de vuilnis van
de stad opeengehoopt werd om te verbranden; misschien ook
Fascikel 8
33
|