Ontroerend was het te zien hoe Jezus de kinderen
van de bestuurder van het landgoed in de tuin
onderwees. Nu had Hij ze vóór zich, dan weer aan zijn borst, of
hield ook de twee kleinste tegelijk met zijn armen omvat.
Hij sprak hun over de gehoorzaamheid aan hun
ouders (Ef. 6, 1-3), en over de eerbied jegens
ouderlingen. De Vader in de hemel, zei Hij, had hun
HUN vader gegeven; zoals zij hun vader
eerbiedigden, zo moesten zij ook de hemelse Vader
vereren.
Hij vertelde aan deze kinderen ook over de zonen
van Jakob en over de kinderen van Israël, hoe zij
gemord hadden en daarom niet in het Beloofde
Land gekomen waren (I Kor. 10, 10). En toch was het
Beloofde Land zo wonderschoon. En dit zeggende wees
Hij hun op de schone bomen en vruchten in de tuin en Hij
beschreef hun de schoonheid van het hemelrijk, dat
eveneens beloofd is aan hen die Gods geboden
onderhouden en dat een nog veel heerlijker land is;
daarmee vergeleken is het aardse Beloofde Land
slechts een woestijn.
Daarom moesten zij volgzaam, gehoorzaam,
onderworpen zijn en alles met dankbaarheid
verdragen wat Gods Voorzienigheid hun zou
overzenden (of laten overkomen); zij mochten nooit
morren, indien zij uit het hemelrijk niet uitgesloten
wilden worden; zij mochten niet twijfelen aan de
schoonheid van dit rijk, zoals de Israëlieten in de
Het oude Atarot was veel groter dan het huidige dorp dat er maar een klein
gedeelte van bedekt.
300 meter ver, zo ten westen als ten oosten van het dorp, vindt men nog in
de rots gehouwen oude citernes; het was dus een aanzienlijke stad.
Fascikel 15
842
|